|   print

[  ]
 
Blaauboer RO , Mattern FCM , Drost RMS , Ockhuizen A

32 p in Dutch   1989

Toon Nederlands

English Abstract
Abstract not available

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Door het RIVM bepaalde concentraties in gras uit de omgeving van nucleaire installaties waren in 1988 voor Be-7: 140 +/- 20 Bq/kg, voor K-40: 1280 +/- 100 Bq/kg, voor Sr-89: onder de detectielimiet, voor Sr-90: 1,6 +/- 0,3 Bq/kg, voor I-131: niet aantoonbaar, voor Cs-134: 1,7 +/- 0,3 Bq/kg en voor Cs-137: 5,8 +/- 1,7 Bq/kg. Concentraties in melk voor Be-7 waren niet aantoonbaar, voor Sr-89 onder de detectielimiet, maar voor Sr-90: 0,038 +/- 0,002 Bq/l, voor I-131: < 0,04 Bq/l, voor Cs-134: < 0,12 Bq/l en voor Cs-137: 0,3 +/- 0,1 Bq/l. Voor het stabiele Ca werd in gras een concentratie vastgesteld van 4,0 +/- 0,2 g/kg. De rest-beta-activiteit en rest-gamma-activiteit in gras bleven meestal onder de detectielimiet. In de landelijke melkmonsters werden gemiddelde concentraties gemeten van < 0,05 Bq/l voaor Sr-89, 0,037 +/- 0,004 Bq/l voor Sr-90, < 0,14 Bq/l voor Cs-134 en 0,54 +/- 0,04 Bq/l voor Cs-137. In het kader van de kwaliteitsborging nam het RIVM deel aan een internationaal ringonderzoek betreffende standaard K-40, Cs-134 en Cs-137 bepalingen in melkpoeder. Het RIVM bepaalde deze radionucliden met een nauwkeurigheid van 2%.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1989-09-30 )