Rapport in het kort
In dit rapport wordt de voortgang besproken van de
opbouw van het LMR in de periode vanaf 1 januari 1988 tot 1 april 1989.
Begin 1989 heeft dit geleid tot een tussenprodukt in de vorm van een
proefmeetnet, bestaande uit 14 meetlocaties. Bij afnametesten en na
installatie van de monitoren kwamen diverse ontwerpfouten aan het licht.
Verwacht wordt echter dat na modificatie uiteindelijk alle apparatuur aan de
fabrieksspecificaties zal voldoen. De FAG FHT 59S luchtstofmonitoren bleken
na plaatsing in het veld uitermate storingsgevoelig te zijn. De
energierespons van de Bitt monitor gaf aanleiding om het
gammastralingsniveau voortaan niet meer als exposietempo (muR/h), maar als
dosis-equivalenttempo (nSv/h) te presenteren. Het data-communicatiesysteem
functioneert naar behoren. Tijdens de proeffase van het meetnet is voorzien
in automatische storingsmelding en datapresentatie achteraf. De analyse van
meetwaarden is in dit rapport beperkt gebleven tot meetgegevens opgenomen in
Bilthoven. In de discussie worden voorlopige waarden voor waarschuwings- en
alarmeringsniveau's gepresenteerd.