Rapport in het kort
In het modeal wordt als eis voor de kwaliteit van het
milieu gesteld dat de radionuclide-concentratie in de verschillende
milieucompartimenten beperkt moet blijven om het effectieve dosisequivalent
voor de "reference man" die zich in dat milieu bevindt, onder een bepaald
referentieniveau te houden (dit niveau is, in dit project, op 1mSv/jaar
gesteld). Om de maximale nuclideconcentraties te kunnen bepalen is het
noodzakelijk het verband tussen concentratie in het milieu en dosis voor de
bevolking te kwantificeren. Het kwantitatief verband tussen concentratie en
dosis is gelegd aan de hand van parameters (de DAL's = Derived Activity
Limits) die berekend dienen te worden voor ieder milieucompartiment, iedere
nuclide en ieder blootstellingspad. In dit rapport is het model beschreven
en, bij wijze van voorbeeld, zijn de DAL's berekend voor het compartiment
lucht (waarvoor de twee blootstellingspaden inhalatie en directe straling
beschouwd werden). De haalbaarheid van toepassing van het model in de
praktijk van metingen in het milieu en toetsing van doses aan de bevolking,
is afhankelijk van de mogelijkheid nuclide-specifieke metingen te verrichten
in alle milieucompartimenten, de hoogte van de uit de milieubesmetting
voortvloeiende dosis, de variaties in de concentraties in het milieu en de
daarmee gekoppelde nauwkeurigheid van de metingen.