|   print

Kwaliteitsindicatoren voor de eerstelijnsverloskunde
[ Quality indicators for midwifery ]
 
Kooistra M, Waelput AJM, Boer J, van Driel W, Offerhaus P, Blaauw J, Ketel-Hamaker ND, Amelink-Verburg MP, den Ouden AL, van der Kolk M, Graafmans WC

138 p in Dutch   2009

RIVM rapport 260101005
download pdf (2377Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
In order to monitor the quality of home care deliveries in the Netherlands, a set of 23 quality indicators has been defined. The quality indicators include percentages for deliveries without the presence of a midwife, referrals to an obstetrician and deliveries without the presence of a maternity assistant. This research was commissioned by the Netherlands Health Care Inspectorate (IGZ), which, after consultation and agreement with professional groups, will adopt some indicators for their surveillance purposes. The indicators were defined by a steering committee comprising members of the Royal Dutch Organization of Midwives (KNOV), the Association of Obstetric Active General Practitioners (VVAH), a practising midwife, the IGZ, and researchers from the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM).
Several years ago, the KNOV introduced methods to improve the quality of midwifery care; these included the quality register and practice accreditation. In line with this, the next step will be to use indicators to monitor the quality of midwifery care. Compared to existing quality instruments, indicators are useful for gaining detailed insight into certain aspects of midwifery care. Indicators are measures that reflect, or indicate, the state of health care.
The steering committee first identified thirteen quality domains. Subsequently, based on the literature and existing guidelines, a list of possible indicators was generated. This list was then judged by experts from the field. The indicators were judged on their relevance to clinical practice. In addition, their feasibility for the health care professional for deriving information from routinely collected data was judged.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Om de kwaliteit van thuisbevallingen in Nederland in kaart te brengen en te verbeteren, is een set van 23 indicatoren gedefinieerd. Voorbeelden zijn het percentage bevallingen waarbij de verloskundige niet aanwezig is, het percentage doorverwijzingen naar een specialist en het percentage bevallingen waarbij de kraamhulp niet op tijd aanwezig is. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), die in overleg met de beroepsgroepen indicatoren zal overnemen om beter toezicht te kunnen houden. De indicatoren zijn bepaald door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de beroepsgroepen, de IGZ en het RIVM.
De Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) heeft enkele jaren geleden instrumenten ingevoerd (het kwaliteitsregister, het praktijkanalyse-instrument en praktijkcertificering) om de kwaliteit van de verloskundigepraktijk te verbeteren. Een volgende stap is de kwaliteit van de zorg zichtbaar maken aan de hand van indicatoren. Indicatoren kunnen een meer gedetailleerd inzicht geven in onderdelen van de zorg dan de bestaande kwaliteitstoets. Het zijn meetbare elementen van zorgverlening die een aanwijzing geven over de kwaliteit van die zorg.
Om tot de indicatoren te komen, zijn eerst de risicogebieden binnen de eerstelijnsverloskunde bepaald. Vervolgens zijn op basis van literatuurgegevens en richtlijnen conceptindicatoren samengesteld. Daarna is de groslijst voorgelegd aan experts uit het veld. Zij beoordeelden de conceptindicatoren op kwaliteit en haalbaarheid in de dagelijkse praktijk.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM IGZ
( 2009-08-06 )