English Abstract Perinatal mortality in the Netherlands is higher by
about a third than in Finland and Sweden, which are among the best countries
in the world in this respect, while the Netherlands hovers around the
European average. Dutch perinatal mortality has recently stabilised or
slightly decreased, meaning despite growing risk factors, this mortality has
not increased. Risk factors include a higher age of mothers at birth,
increased rates of multiple births and more births to women from non-Western
ethnic minority groups. This suggests improved perinatal care and
prevention, or improved lifestyles or living conditions among Dutch pregnant
women. The differences in mortality between the Netherlands and Finland or
Sweden can be partly explained. Factors playing a role are differences in
multiple births (with an increased mortality risk) and a much less
favourable risk profile for smoking during pregnancy. The increase in
births - a relatively important factor in the group of women belonging to
ethnic minority groups - was higher in the Netherlands. Differences in
prenatal screening for serious congenital anomalies followed by abortion
also play a role. Research into the quality of perinatal care showed that
Finland and Sweden performed better than the Netherlands, and this will
theoretically explain part of the differences as well. The observed
international differences in perinatal mortality are for a substantial part
(two-thirds) associated with factors that can be improved by more effective
prevention and perinatal care. A better national information system is
essential to be better able to judge perinatal health and evaluate health
policy.
Rapport in het kort
De perinatale sterfte in Nederland is hoger - ongeveer
een derde - dan in Finland en Zweden, die tot de beste landen ter wereld
behoren. Nederland behoort tot de Europese middenmoot. De Nederlandse
sterfte is recent stabiel geweest of licht gedaald. Deze sterfte is dus
niet gestegen ondanks een toename van risicofactoren, zoals een hogere
leeftijd van moeders bij geboorte, meer meerlinggeboortes en meer geboortes
bij vrouwen met een allochtone herkomst. Dit wijst op een verbetering van
de perinatale zorg en preventie of op gezondere levensgewoonten en
leefomstandigheden van Nederlandse zwangeren. De sterfteverschillen tussen
Nederland en Finland of Zweden kunnen voor een flink deel (twee derde)
verklaard worden.Verschillen in meerlinggeboortes - die een verhoogd risico
kennen - spelen een rol naast een ongunstiger risicoprofiel voor roken
tijdens de zwangerschap. De toename in geboortes bij niet-westers
allochtone vrouwen - Nederland scoort daar hoog - lijkt een relatief
zwaarwegende factor. Ook verschillen in prenatale screening op ernstige
congenitale afwijkingen gevolgd door afbreken van de zwangerschap spelen een
rol. Onderzoek naar de kwaliteit van de perinatale zorg liet zien dat
Zweden en Finland beter presteerden dan Nederland en theoretisch kunnen die
verschillen ook een deel van het perinatale sterfteverschil verklaren. De
gevonden internationale verschillen in perinatale sterfte lijken voor een
aanzienlijk deel (twee derde) geassocieerd met factoren, die door
effectievere preventie of prenatale zorg (screening) verbeterd kunnen
worden. Om de Nederlandse perinatale gezondheid beter te kunnen beoordelen
en ingezet beleid beter te kunnen evalueren is een betere
informatievoorziening nodig