|   print

[  ]
 
Kruidenier L , Medema GJ

34 p in Dutch   1996

Toon Nederlands

English Abstract
The N.V. Waterleidingbedrijf Oost-Twente uses water from the Twente canal as source for drinking-water production. This waterworks is planning to expand its treatment capacity. The additional drinking water will be treated by a short soil passage (residence time of a few hours), ozone, activated carbon filtration, slow sand filtration and UV. This report describes the safety of the new treatment system with regard to protozoan parasites (Cryptosporidium, Giardia). These micro-organisms are considered the most critical microbiological hazard, since the catchment area of the Twente canal is a livestock area and these parasites are resistent to disinfection. In the spring of 1995, weekly samples were taken at the abstraction point in the Twente canal followed by reservoir storage. The Twente canal was found to contain 1.6 Cryptosporidium and 2.9 Giardia (oo)cysts per litre (geometric mean, corrected for recovery of the detection method). After reservoir storage (residence time approx. 3 months) the water still contained 0.6 Cryptosporidium and 0.2 Giardia per litre. No significant correlations existed between the concentration of the parasites and any of the faecal indicator bacteria, including spores of Clostridium perfringens. The removal of the (oo)cysts during the other treatment steps was estimated on the basis of data in the literature. The extended, new treatment configuration is likely to remove (oo)cysts to below the acceptable risk level. It is not possible to draw a similar conclusion for the existing treament, since sufficient data on the efficiency of soil passage are lacking.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
N.V. Waterleidingbedrijf Oost-Twente (WOT) te Enschede gebruikt water uit het Twentekanaal als grondstof voor de drinkwater-bereiding. Het RIVM is gevraagd onderzoek te verrichten naar de microbiologische betrouwbaarheid van het huidige en nieuwe zuiveringsschema, in het bijzonder met betrekking tot de huidige inzichten over de pathogene micro-organismen. Hiertoe zijn concentraties van de pathogene protozoa Cryptosporidium en Giardia bepaald. De resultaten van de metingen, uitgevoerd in het voorjaar van 1995, geven aan dat, gecorrigeerd voor de recovery, 1 liter water uit het Twentekanaal gemiddeld 1,6 Cryptosporidium oocysten en 2,9 Giardia cysten bevat. Na een bekkenverblijf van ongeveer 3 maanden worden nog respectievelijk 0,6 en 0,2 (oo)cysten per liter teruggevonden. Tussen deze concentraties en die van een aantal bacteriele indicatororganismen konden geen eenduidige significante correlaties worden vastgesteld, zodat deze organismen ongeschikt lijken om de aan- of afwezigheid van (oo)cysten te voorspellen. De decimale reductie van beide protozoa tijdens bekkenverblijf bleek ongeveer een halve logeenheid. Op basis van literatuurgegevens zijn decimale reducties van de overige zuiveringsstappen geschat. Voor de geplande uitbreiding is wel aannemelijk te maken dat het infectierisico van beide protozoa onder deze grens ligt. Voor het zuiveringsproces zoals dat op dit moment door WOT wordt gehanteerd kan met de huidige gegevens niet worden aangetoond dat het risico op infectie beneden het door VROM geformuleerde verwaarloosbare risico van 0,0001 per persoon per jaar ligt, met name door het ontbreken van gegevens over het effect van de bodempassage.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1996-01-31 )