Rapport in het kort
In het kader van een biobeschikbaarheidsonderzoek van
2-nitropropaan in de rat werd een hogedrukvloeistofchromatografische methode
ontwikkeld om deze stof in plasma te kunnen bepalen. Bij de voorbewerking
van het plasma is het onteiwitten een kritisch onderdeel in de procedure.
In de beschreven methode wordt hiervoor acetonitril gebruikt ; het is
gebleken dat druppelsgewijs toevoegen met een doseerpompje de beste
resultaten oplevert. Een golflengte van 224 nm voldoet goed bij een eluens
dat uit acetonitril en tris(hydroxymethyl)-amino-methaan (TRIS)-buffer
bestaat. De laagste meetbare concentratie van 2-nitro- propaan in plasma is
bij deze golflengte 60 mug/ml. Over een meetgebied van 0.06 tot 15 mug/ml
is de respons lineair. Bij reproduceerbaarheidsmetingen met monsters
waarvan de concentraties 0.6 ; 3.0 of 15.0 mug/ml bedroegen varieerden
de variatiecoefficienten biannen analysedagen van respectievelijk 15.8 -
30.0, 3.1 - 3.9 en 1.1 - 2.0%. Er treden soms onverwachte storende
pieken op ; door de pH van het eluens te veranderen kan hierin verbetering
worden gebracht.