|   print

EU Interlaboratory comparison study veterinary XIV (2011) : Detection of Salmonella in chicken faeces
[ EU Ringonderzoek veterinair XIV (2011) : Detectie van Salmonella in kippenmest ]
 
Kuijpers AFA, Mooijman KA

89 p in English   2011

RIVM rapport 330604023
download pdf (555Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
In 2011, from the 32 National Reference Laboratories (NRLs) for Salmonella in the European Union, 29 were able to detect both high and low levels of Salmonella in chicken faeces. The desired outcome was achieved on the first attempt. Of the remaining 3 laboratories, 1 scored a moderate performance. Salmonella was found in 98% of the samples tested by the laboratories.

These are the results of the fourteenth veterinary interlaboratory comparison study organized by the European Union Reference Laboratory for Salmonella (EURL-Salmonella, previously CRL). The study was conducted in March 2011, with a follow-up study in June 2011. All NRLs responsible for the detection of Salmonella in veterinary samples from all European Member States were required to participate in this study. The EURL-Salmonella is part of the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM).
The moderate performance scored by one laboratory was most probably caused by a technical (electrical) failure during the performance of the proficiency test. Two NRLs scored an underperformance on the first attempt but obtained the desired outcome in a follow-up study. One of these NRLs found Salmonella in a blank sample (false positive); this was probably due to cross-contamination. The other laboratory had difficulty in detecting low levels of Salmonella in the chicken faeces. This laboratory still scored minimum results in the follow-up study. The cause of this was most likely the ready-to-use medium for detecting the presence or absence of Salmonella which seemed to be insufficiently sensitive. The laboratory will further investigate this.

The internationally prescribed method for demonstrating the presence of Salmonella in veterinary samples was used during the study. Each laboratory received a package containing chicken faeces (free from Salmonella) and reference materials containing no or different levels of Salmonella. The laboratories were instructed to spike samples of chicken faeces with reference material and then test all samples for the presence of Salmonella.

The laboratories themselves added the reference material to the samples of chicken faeces. This was done to ensure that the level of Salmonella remained stable during transport and storage. During this proficiency test, the so-called lenticule discs were used as reference material for the first time. Prior to this study, capsules were used which needed a more complicated preparation. The new procedure was so successful that it will be continued. The test samples made with this material were found to be more like the 'normal' samples that are analysed daily in the reference laboratories.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
In 2011 waren 29 van de 32 Nationale Referentie Laboratoria (NRL's) in de Europese Unie in staat om hoge en lage concentraties Salmonella in kippenmest aan te tonen. Ze behaalden direct het gewenste niveau. Van de 3 overige behaalde 1 laboratorium een matig resultaat. In totaal hebben de laboratoria in 98 procent van de (besmette) monsters Salmonella gedetecteerd.

Dit blijkt uit het veertiende veterinair ringonderzoek dat het referentielaboratorium van de Europese Unie (EURL, voorheen CRL) voor Salmonella heeft georganiseerd. Het onderzoek is in maart 2011 gehouden, de herkansing was in juni 2011. Deelname aan het onderzoek is verplicht voor alle NRL's van de Europese lidstaten die verantwoordelijk zijn voor de opsporing van Salmonella in dierlijke mest. Het EURL-Salmonella is gevestigd bij het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Het matige resultaat dat een laboratorium behaalde is waarschijnlijk veroorzaakt door een technische (elektriciteit) storing tijdens het ringonderzoek. Twee laboratoria scoorden aanvankelijk onvoldoende en behaalden het gewenste resultaat tijdens de herkansing. Een van deze NRL's had in de eerste ronde bij een blanco monster aangegeven dat het Salmonella bevatte (vals positief); waarschijnlijk door kruisbesmetting. Het andere laboratorium had moeite de lage concentraties Salmonella in kippenmest aan te tonen. Dit laboratorium behaalde minimale resultaten tijdens de herkansing, doordat het gebruikte kanten- klaarmedium waarmee Salmonella al dan niet wordt aangetoond, onvoldoende gevoelig leek te zijn. Dit gaat het laboratorium verder onderzoeken.

Tijdens de onderzoeken hanteren de laboratoria de internationaal voorgeschreven methode om Salmonella aan te tonen in dierlijk mest. Elk laboratorium krijgt een pakket toegestuurd met kippenmest (vrij van Salmonella) en zogeheten referentiemateriaal, dat geen of verschillende besmettingsniveaus Salmonella bevat. De laboratoria dienen de kippenmest en het referentiemateriaal zelf samen te voegen en vervolgens te onderzoeken of er Salmonella aanwezig is. Dit om er zeker van te zijn dat de aangeleverde hoeveelheid Salmonella in tact blijft.

Bij dit ringonderzoek is voor het referentiemateriaal voor het eerst gebruik gemaakt van zogeheten lenticule discs; voorheen waren dat capsules die een ingewikkeldere voorbereiding vereisten. Deze werkwijze was dermate succesvol dat dit wordt voortgezet. De monsters die met dit materiaal worden gemaakt, lijken namelijk meer op de 'gewone' monsters die in de dagelijkse praktijk bij de laboratoria binnenkomen om te worden onderzocht.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2012-02-03 )