|   print

Trends in prevalence of sensitization to milk and egg in Dutch children
[ Trends in voorkomen van voedselallergie in Nederlandse kinderen ]
 
Ezendam J, Wijga AH, Thijs C, Brunekreef B, Aalberse RC, van Loveren H

26 p in English   2008

RIVM rapport 340350001
download pdf (555Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
A study carried out by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) for the period 1992-2003 did not detect any indications of an increase in the prevalence of food allergy against cow's milk and chicken egg in 1-year-old Dutch infants. Cow milk and egg allergy in this age group is determined by measuring the presence of IgE antibodies specific for these two foodstuffs. The level of these antibodies is a measure of allergic sensitization, but not all individuals with IgE antibodies will develop clinical symptoms. Of the children assessed in the study, 4-6% were sensitized to milk and 2-5% to egg.
The research was carried out by order of the Food and Consumer Safety Authority (VWA), with the aim of determining whether the number of individuals with food allergy is increasing. Data on this subject are limited and heterogenic. The RIVM used the IgE data available from three epidemiological cohorts. Data were available on 1,874 children born between 1992 and 1994, 1996 and 1997 and 2002 and 2003, respectively.
Children with food allergy can develop different clinical manifestations following exposure to the allergen - from hives to eczema and from abdominal pain to asthma. Many children develop a tolerance to milk and egg as they grow older. Among the 1,874 children of this study, only a small portion had cow's milk IgE at the age of 8 years, and egg IgE was absent in nearly all of the children at this age.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Het RIVM heeft geen aanwijzingen gevonden dat voedselallergie voor koemelk en ei bij Nederlandse kinderen van 1 jaar tussen 1992 en 2003 is toegenomen. In het onderzoek is de mate waarin voedselallergie bij kinderen van deze leeftijd voorkomt gebaseerd op de aanwezigheid van IgE-antistoffen tegen melk of ei in hun bloed. Dit is een maat voor allergische sensibilisatie, hoewel niet alle personen met deze antistoffen daadwerkelijk klachten hebben. Van de onderzochte kinderen van 1 jaar was 4-6 % gesensibiliseerd voor melk en 2-5 % voor ei.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Voedsel en Warenautoriteit (VWA), die wilde weten of het aantal mensen met voedselallergie in Nederland de afgelopen jaren is toegenomen. Gegevens hierover zijn vooralsnog schaars en varieren nogal. Het RIVM heeft beschikbare data over IgE-antistoffen uit drie epidemiologische studies gebruikt. In totaal waren gegevens voorhanden van 1874 kinderen die zijn geboren tussen 1992-1994, tussen 1996-1997 en tussen 2002-2003.
Voedselallergie kan zich in veel vormen uiten: van galbulten en eczeem tot buikpijn en astma. Veel kinderen groeien over melk- en ei-allergie heen naarmate ze ouder worden. In dit onderzoek had een klein deel van de kinderen op de leeftijd van 8 jaar nog IgE voor melk in zijn bloed en had vrijwel geen van de kinderen op die leeftijd nog IgE voor ei.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM IRAS Universiteit Maastricht Sanquin Research
( 2009-04-09 )