|   print

Quantification of health effects of breastfeeding - Review of the literature and model simulation
[ Kwantificering van de gezondheidseffecten van borstvoeding - Literatuuroverzicht en modelsimulatie ]
 
van Rossum CTM, Buchner FL, Hoekstra J

108 p in English   2005

RIVM rapport 350040001
download pdf (1318Kb)  
Dit rapport bevat een erratum op de laatste pagina  

Toon Nederlands

English Abstract
Breastfeeding has positive health effects, with the largest health gain realized through policy that focuses on encouraging all mothers to start breastfeeding. A literature review shows that breastfeeding has beneficial health effects in both the short and the longer term. There is convincing evidence that the incidence of gastrointestinal infections, inflammation of middle ear, obesity and high blood pressure is reduced in breastfed children. Probably breastfed children suffer less from asthma, wheezing, eczema and among them intellectual and motor development is probably enhanced. Breastfeeding is possibly related to a reduction of incidence in Crohn's disease, atopy, diabetes mellitus type I, and leukaemia. Regarding the mother, there is convincing evidence for a protective effect of breastfeeding on rheumatoid arthritis. The incidence of pre-menopausal breast and ovarian cancer is probably lower among mothers who breastfed their infants longer. The health effects of several intervention scenarios are simulated and compared to the present situation. The largest public health gain can be achieved when all newborns get breastfeeding for at least 6 months. Greater public health gain can be achieved by introducing breastfeeding to all newborns than through a policy only focussing on extending the lactation of women already breastfeeding beyond three months.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Borstvoeding heeft positieve effecten op de volksgezondheid. De grootste gezondheidswinst is te behalen door alle pasgeborenen borstvoeding te laten krijgen. Literatuuronderzoek laat zien dat borstvoeding gezonder is dan flesvoeding. Dit geldt voor de directe gezondheid van de zuigeling, maar werkt voor zowel het kind als de moeder ook langer door. Overtuigend bewijs is aanwezig dat infecties van het maagdarmkanaal, middenoorontsteking, overgewicht en hoge bloeddruk minder voorkomen bij (langer) borstgevoede kinderen. (Langer) borstgevoede kinderen krijgen waarschijnlijk minder last van astma, piepen op de borst en eczeem. Bovendien verbetert borstvoeding waarschijnlijk de intellectuele- en motorische ontwikkeling. Het is mogelijk dat borstvoeding beschermt tegen de ziekte van Crohn, atopie, diabetes en leukemie. Voor de moeder is er overtuigend bewijs dat het geven van borstvoeding beschermt tegen reumatische artritis en mogelijk tegen borstkanker voor de overgang en ovariumkanker. Door borstvoeding te promoten kan het voorkomen van verschillende ziekten worden verlaagd. De gezondheidseffecten van verschillende beleidsscenario's zijn geschat met een modelsimulatie. De effecten hiervan zijn vergeleken met de huidige situatie. Vanzelfsprekend is de grootste gezondheidswinst te behalen wanneer alle pasgeborenen minimaal zes maanden borstvoeding krijgen. Verder wordt een groter effect bereikt met maatregelen alleen gericht om alle pasgeborenen borstvoeding te laten krijgen dan met maatregelen alleen gericht op het verlengen van de periode van borstvoeding geven van de moeders die dat nu al drie maanden doen.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2006-02-14 )