|   print

Vitamine D inname van zuigelingen op basis van huidige voedselverrijking en suppletie-advies : Scenario-analyses
[  ]
 
Verkaik-Kloosterman J, Beukers MH, Jansen-van der Vliet M, Dekkers ALM

32 p in Dutch   2013

RIVM rapport 350090015
download pdf (581Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
This report presents scenario-analyses indicating the vitamin D intake of infants. It was unfortunately unclear from the abstract that based on food consumption survey data, scenario calculations had been conducted to estimate the vitamin D intake, for this study. The actual vitamin D intake by infants was not measured.

In 2012, the European Food Safety Authority (EFSA) revised the tolerable upper intake level for vitamin D. The Ministry of Health, Welfare and Sport requested the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) to study the meaning of these new tolerable upper intake levels for the Dutch population. This report presents the first part of this research and concerns the vitamin D intake of infants.

The scenario calculations showed that the majority of infants (0-19 months) had a vitamin D intake below the tolerable upper intake level (25 µg/day) as set by the EFSA.

About 4-11% of the infants aged 7-11 months had an intake above this tolerable upper intake level. Intakes exceeding the tolerable upper intake level will not necessarily result in harmful health effects. At maximum, the calculated vitamin D intake was 5 µg above the tolerable upper intake level. In addition, the intake exceeds the tolerable upper intake level for a limited number of months; as the vitamin D intake decreased with age and the tolerable upper intake level is higher for children from 1 year upwards (50 µg/day).

In the scenario calculations presented in this report, it was assumed that all infants have a daily 10 µg additional vitamin D intake, in accordance with the current supplementation advice. In addition, vitamin D intake from foods was included. This involves infant formula as well as other foods, including those currently fortified with vitamin D. Vitamin D levels as labeled on the packages were assumed for fortified foods and dietary supplements.

Additional research is required to gain a better insight into the actual vitamin D intake of infants. In addition, research is needed to study whether intakes exceeding the tolerable upper intake level for the calculated degree and duration will actually result in harmful health effects.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Dit rapport bevat een gewijzigd rapport in het kort en abstract.

In dit rapport worden scenario-analyses gepresenteerd van de vitamine D inname van zuigelingen. In het 'rapport in het kort' is helaas onvoldoende duidelijk dat het om scenarioberekeningen op basis van voedselconsumptiegegevens gaat, waarmee de vitamine D inname geschat wordt. De werkelijke inname van vitamine D door zuigelingen is niet gemeten.

In 2012 heeft de European Food Safety Authority (EFSA) de aanvaardbare bovengrens van inname voor vitamine D herzien. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gevraagd uit te zoeken wat deze herziening van de aanvaardbare bovengrens van inname betekent voor de Nederlandse bevolking. In dit briefrapport staat het eerste deel van het onderzoek beschreven ten aanzien van vitamine D inname door zuigelingen.

Uit de scenarioberekeningen blijkt dat het overgrote deel van de zuigelingen (0-19 maanden) een vitamine D inname had die onder de bovengrens ligt die door de EFSA is vastgesteld (25 µg/dag).

Naar schatting had 4-11% van de zuigelingen van 7-11 maanden een inname boven deze bovengrens. Overschrijding van de bovengrens hoeft niet direct te leiden tot nadelige gezondheidseffecten. De berekende vitamine D inname ligt maximaal 5 µg boven de bovengrens. Bovendien geldt deze overschrijding hooguit voor een beperkt aantal maanden, aangezien de vitamine D inname daalt met de leeftijd en de bovengrens hoger is voor kinderen vanaf 1 jaar (50 µg/dag).

Bij de scenarioberekeningen in dit rapport is de aanname gemaakt dat alle kinderen dagelijks 10 microgram extra vitamine D krijgen, conform het huidige suppletieadvies. Daarnaast is de inname van vitamine D via de voeding mee genomen. Het gaat hierbij om zowel zuigelingenvoeding als andere voedingsmiddelen, inclusief producten die momenteel verrijkt zijn met vitamine D. Voor de vaststelling van het vitamine D-gehalte van verrijkte voedingsmiddelen en supplementen is uitgegaan van het gehalte zoals vermeld op de verpakking.

Aanvullend onderzoek is nodig om beter inzicht te krijgen in de werkelijke hoeveelheid vitamine D die zuigelingen binnenkrijgen. Daarnaast is het ook van belang om te onderzoeken in hoeverre deze berekende mate en duur van overschrijding van de aanvaardbare bovengrens zal leiden tot nadelige gezondheidseffecten.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2013-04-04 )