Rapport in het kort
In dit rapport worden de resultaten beschreven van de
kwantitatieve bepaling van cotinine in de urine van vrouwen bij een
epidemiologisch onderzoek naar het effect van actief en passief roken op de
ontwikkeling van longkanker en in de urine van een aantal cursisten van een
"stop met roken" cursus. In de bestaande bepalingsmethode van cotinine in
urine werden enige wijzigingen aangebracht. Bij de thans toegepaste methode
wordt cotinine uit urine geisoleerd door middel van een vaste-fase extractie
gevolgd door een zuivering van het vaste-fase extract door selectieve
heroplossing. Kwantificering is uitgevoerd met capillaire gaschromatografie
en stikstofgevoelige detectie. De detectielimiet is 0,5 mug/l, uitgaande
van 5 ml urine. De precisie van van 2,8 mug/l tot 76 mug/l is 4,1 - 7,2%
van 76 mug/l tot 595 mug/l is 1,4 -3,8% en van 595 mug/l tot 3969 mug/l is
7,4 - 8,2%. De 280 monsters urine van het epidemiologisch onderzoek waren
te verdelen in een groep met cotinineconcentraties beneden 100 mug/l (n=204)
waarvan de passieve rokers deel uit maken en een groep met
cotinineconcentraties tussen 300 en 3900 mug/l bestaande uit actieve rokers
(n=76). Onder de cursisten waren er twee die nog niet (geheel) met roken
gestopt waren.