English Abstract This study addresses the question whether it is
feasable to measure the development of biodiversity at the OECD level. The
answer can be summarized as: yes, if certain recommendations are followed.
In particular, the study analyzes the possibilities of the Natural Capital
Index. This framework has been developed in the Convention on Biodiversity.
In addition, the study provides a review of existing biodiversity indicators
and a comparison of major indicator frameworks. Moreover, it provides
real-data applications of the Natural Capital approach to the biodiversity
in some of the larger ecosystems of the OECD as a preliminary estimation.
These include forest, grassland, tundra, inland waters and (semi-)desert.
It is concluded that the Natural Capital Index constitutes a feasible method
to assess biodiversity in a crude but comprehensive manner. The fall-back
option (using pressure information when quality information is not
available) allows to start using the framework in the short term. Pressure
information also allows to make projections into the future, for scenario
analysis.
Rapport in het kort
Deze studie behandelt de vraag of het uitvoerbaar is
veranderingen in biodiversiteit te meten op het niveau van de OESO. Het
antwoord kan worden samengevat als: ja, mits zekere aanbevelingen worden
gevolgd. De studie analyseert in het bijzonder de mogelijkheden van de
Ecologisch-Kapitaal Index. Deze benadering is ontwikkeld in het verband van
de Biodiversiteitsconventie. Verder worden bestaande
biodiversiteitsindicatoren en indicatorsystemen vergeleken. Verder past het
rapport de kapitaalindex toe in de vorm van eerste schattingen voor het
grote ecosystemen van de OESO. Deze omvatten bos, grasland, toendra en
halfwoestijn. Het rapport concludeert dat de Ecologisch-Kapitaal Index een
uitvoerbare methode is om biodiversiteit in een gebied zo groot als de OESO
op een ruwe maar verantwoorde manier te beoordelen. Als kwaliteitsgegevens
niet beschikbaar zijn, kan worden teruggevallen op informatie over druk op
biodiversiteit. Deze uitwijkmogelijkheid betekent dat relatief snel met
toepassing van deze methode begonnen kan worden. Het gebruik van
druk-informatie in plaats van kwaliteitsinformatie maakt het ook mogelijk om
toekomstprojecties uit te voeren voor scenario-analyse.