Hoek D ,
Quarles van Ufford CHA ,
Hoekstra JA ,
Duvoort G ,
Glasbergen P ,
Driessen PPJ ,
Das MC ,
Poorter JP de ,
Habermehl N ,
Klok PJ ,
Peppel RA van de ,
Ploeg J van de
120 p
in Dutch
1998
Toon Nederlands
English Abstract An Environmental Balance for the Netherlands is drawn
up yearly in accordance with the Environmental Management Act to describe
the quality of the environment related to the environmental policy realised.
In a cooperation project between RIVM, the University of Utrecht, and the
Center for Clean Technology and Environmental Policy (CSTM) quantitative and
qualitative methods have been developed and used to determine factors to
explain the succes or failure of environmental policy. In this report the
conclusions drawn in the Environmental Balance of 1995, 1996 and 1997 are
underpinned. Using a theory about the effect of policy instruments, the mix
of policy instruments towards target groups has been characterized per theme
and per target group. Using a correlational design with a limited number of
research units, the method of comparitive policy analysis has been developed
and improved over the years. Analysing time series in the period from 1970
to 1995 it was possible to determine significant quantitative relations
between the policy impuls, the pressure from society, costs and reductions
of the emission factor of 44 cases (target group-substance combinations').
The effectivity of agreements between government and industrial sectors as a
policy instrument is examined in more detail.
Rapport in het kort
Er wordt verslag gedaan van 3 jaar milieubeleidsanalyse
voor de milieubalans, met nadruk op de onderbouwing van de in MB95, MB96 en
MB97 getrokken conclusies. Samen met de RUU en CSTM zijn kwantitatieve en
kwalitatieve methoden ontwikkeld. Aan de hand van een instrumententheorie
van Glasbergen is een inventarisatie en karakterisering van
beleidsinstrumenten uitgevoerd. De beleidsmixen zijn geanalyseerd per
doelgroep en per thema. In de vergelijkende beleidsanalyse zijn voor een
groot aantal kwantitatieve en meer kwalitatieve factoren tijdseries
opgesteld voor 44 cases (doelgroep-stof-combinaties) over de periode tussen
1970 en 1995. Met behulp van het zo opgebouwde gegevensbestand was het
mogelijk kwantitatieve relaties te leggen tussen de beleidsimpuls,
maatschappelijke aandacht, kosten van maatregelen enerzijds en de
emissiefactor anderzijds. Inzicht is verkregen in het verloop en de duur
van beleidsprocessen en het effect van het aandeel juridische, financiele en
communicatieve instrumenten in de beleidsmix. Een aparte analyse is gewijd
aan de milieu-convenanten en meerjarenafspraken over energie met de
industrie.