English Abstract To assess the prevalence of HIV among injecting drug
users (IDUs) in three cities in the Netherlands (Eindhoven, Helmond and
's-Hertogenbosch). To evaluate the risk of further spread of HIV among
IDUs, to non-IDUs and to the general population.Between March 3 and April
15, 1999 a saliva specimen and a completed questionnaire on risk behaviour
were collected from 132 IDUs in Eindhoven, Helmond and 's-Hertogenbosch.
Participation was on a voluntary basis and anonymous. Participants were
recruited via methadone care services.Of the 130 IDUs, six persons were
infected with HIV (prevalence 4.6%, 95% confidence interval [CI] 1.7 -
9.8%).Of the 85 current injectors, 17% had borrowed used syringes or
needles in the previous six months, this level is similar to most of other
cities studied in the Netherlands. Condom use was very low during sexual
contact between steady partners (88% not always using a condom);18% of the
IDUs had a non-drug user as a steady sexual partner. The prevalence of HIV
among IDUs in Eindhoven, Helmond and 's-Hertogenbosch in the Netherlands is
approximately 5%. The number of IDUs showing injecting risk behaviour is
concluded to be similar to most of the other cities already studied in the
Netherlands. Sexual risk behaviour occurs regularly and is comparable to
that in the other cities. The risk of further spread of HIV among IDUs is
low. At this low level of HIV prevalence, the risk of spread to non-IDUs or
the general population is also low.
Rapport in het kort
Tussen 3 maart en 15 april 1999 werden bij 132 IDs
(Infecterende Druggebruikers) uit Eindhoven, Helmond en 's Hertogenbosch een
speekselmonster en een vragenlijst naar risicogedrag afgenomen. De
deelnemers werden geworven via de methadonverstrekking in de drie steden.
Van de 130 IDs waren zes deelnemers HIV-positief (prevalentie 4,6%; 95%
betrouwbaarheidsinterval 1,7 - 9,7). Van de 85 actuele spuiters had 17% in
de laatste zes maanden een gebruikte spuit of naald van een ander geleend,
vergelijkbaar met metingen in andere steden. Vierentwintig procent had een
spuit of naald uitgeleend, relatief veel vergeleken met andere metingen.
Spuitattributen (gebruikt watje, lepel, filter of spoelwater) werden door
47% gedeeld. 37% van de IDs had in de laatste zes maanden een vaste
seksuele partner gehad. Bij 19% van deze IDs was dat geen druggebruiker,
bij 17% een niet-injecterende druggebruiker. Met de vaste seksuele partner
werd in 88% van de contacten niet altijd een condoom gebruikt. Met losse
partners en met klanten werden vaker condooms gebruikt (niet altijd condooms
gebruikt: 61%, resp. 17%). De prevalentie van HIV onder IDs in Eindhoven,
Helmond en 's Hertogenbosch is 5%. Het lenen van gebruikte spuiten/naalden
is vergelijkbaar met de metingen in de andere steden, het uitlenen is meer
dan in andere steden.Het condoomgebruik in vaste seksuele contacten is laag
en vergelijkbaar met dat in de metingen in de andere steden. Door de lage
HIV-prevalentie wordt het risico op verspreiding van HIV naar niet-IDs of de
rest van de algemene bevolking laag ingeschat.