English Abstract Between March 21 and July 3 2000, a serum sample and a
questionnaire on risk behaviour were obtained from 217 IDU in Den Haag.
Participation was on a voluntary basis. Participants were recruited at
methadone treatment sites (35%) and low-threshold daytime care projects
(65%). Of 211 IDU, four persons were found to be infected with HIV
(prevalence 1.9%, 95% confidence interval [CI] 0.5 - 4.8). Thirtyfive
percent of the participants had antibodies to HBc (previous or current
HBV-infection), for 3% of the participants HBsAg was detected in the blood
(carrier). Of the IDU, 47% had antibodies to HCV. The prevalence of
anti-HBc and -HCV is lower than in other cities in the Netherlands. Sixteen
(20%) out of 81 currently injecting IDU borrowed syringes or needles in the
last 6 months, this level is somewhat higher than in other cities studied in
the Netherlands. Twenty percent lent syringes or needles to other IDU.
Condom use was very low during sexual contact between steady partners (84%
not always using a condom). 48% of the IDU have a non-drug user as a steady
sexual partner. With casual partners and clients, condoms were used more
often. The risk of further spread of HIV among IDU in Den Haag is low. At
this low level of HIV prevalence, the risk of spread to non-IDU or the
general population is also low.
Rapport in het kort
Tussen 21 maart en 3 juli 2000 werd bij 217 IDs uit Den
Haag een bloedmonster en een vragenlijst naar risicogedrag afgenomen. De
IDs werden geworven via methadonposten (35%) en laagdrempelige instellingen
voor druggebruikers (65%). Van de 211 IDs waren vier deelnemers
HIV-positief (prevalentie 1,9%; 95% betrouwbaarheidsinterval [BI] 0,5 -
4,8%). Vijfendertig procent van de deelnemers had antistoffen tegen HBc
(vroeger doorgemaakte of huidige HBV-infectie), bij 3% van de deelnemers
werd HBsAg aangetoond in het bloed (dragerschap). Bij 47% werden
antistoffen aangetoond tegen HCV. De prevalentie van anti-HBc en anti-HCV
is lager dan in andere Nederlandse steden. Van de 81 actuele spuiters had
20% in de laatste 6 maanden een gebruikte spuit of naald van een ander
geleend, relatief veel in vergelijking met metingen in andere steden.
Eveneens 20% had een spuit of naald uitgeleend. Eenenzestig procent van de
IDs had in de laatste zes maanden een vaste seksuele partner gehad. Bij 48%
van deze IDs was de vaste partner geen druggebruiker, bij 17% een
niet-injecterende druggebruiker. Met de vaste seksuele partner werd in 84%
van de contacten niet altijd een condoom gebruikt. Met losse partners en
met klanten werden condooms vaker gebruikt. Door de lage HIV-prevalentie
wordt het risico op verspreiding van HIV naar niet-IDs of de rest van de
algemene bevolking laag ingeschat.