English Abstract This report reviews extensively the current status with
respect to the most important STD from a public health perspective, e.g.
gonorrhoea, syphilis, infection with Chlamydia trachomatis, genital
infection with the human papilloma virus (HPV), hepatitis B, genital herpes,
infection with the human immunodeficiency virus (HIV) and acquired
immunodeficiency syndrome (AIDS). The surveillance of STD in the
Netherlands is discussed and the occurrence of STD (mainly from 1991-1996)
is presented (incidence , prevalence, risk factors, morbidity and
mortality). The current magnitude of the STD problem in the Netherlands
cannot be accurately determined based on present surveillance systems. Due
to a revision of the legislation the compulsory notification will not
include STD anymore. An alternative model for STD surveillance is
suggested. It is demonstrated that trends in gonorrhoea and syphilis are
downwards and that these STD have become restricted to well-defined
subgroups of the population. The prevalence of chlamydial infections seems
to be higher than previously was assumed since currently sensitive
diagnostics are available. Chlamydial infection seems to be less associated
with risk factors. The incidence of AIDS appears to have stabilised since
1992 due to a drop in the number of cases among homosexual men: the
percentage of drugusers and hetersexuals has increased in the same period.
In general, it is stated that national control measures are needed for
chalmydial infection and that the present surveillance sytem for STD needs
to be improved to monitor trends in coming years, both for chlamydial
infection and viral STD.
Rapport in het kort
Een volledig overzicht is gegevens van de huidige stand
van zaken met betrekking tot de belangrijkste SOA: gonorroe, syfilis,
infectie met Chlamydia trachomatis, genitale infecties met humaan
papillomavirus (HPV) , hepatitis B, herpes genitalis, HIV-infectie en AIDS.
Er wordt uitgebreid ingegaan op de surveillance van SOA, het voorkomen van
SOA in Nederland in de periode 1991-1996 (incidentie, prevalentie,
determinanten, morbiditeit en mortaliteit). Er wordt gesteld dat er slechts
beperkt inzicht bestaat in het voorkomen van SOA in Nederland door gebrek
aan uniform verzamelde gegevens. Door veranderingen in de wetgeving zal de
aangifteplicht voor SOA vervallen: een alternatief surveillancesysteem wordt
voorgesteld. De trends van gonorroe en syfilis zijn neerwaarts, SOA komt
voornamelijk voor bij specifieke subgroepen van de bevolking. Recente
verheffingen bleken wel gecorreleerd te zijn met hoog risicogroepen (i.e.
personen met veel wisselende seksuele contacten, homoseksuele mannen,
druggebruik). De prevalentie van chlamydia blijkt veel hoger dan werd
verondersteld sinds het gebruik van de nieuwe gevoelige diagnostische
methoden. Chlamydia lijkt ook veel minder geassocieerd met bepaalde
risicofactoren. De incidentie van AIDS heeft zich gestabiliseerd sinds
1992, grotendeels door een afname bij homoseksuele mannen; het aandeel van
druggebruik en heteroseksuele contacten als besmettingsbron is toegenomen.
In het algemeen wordt geconcludeerd dat nationale bestrijdingsplannen voor
chlamydia nodig zijn en dat de huidige surveillancesystemen voor SOA
verbeterd dienen te worden om trends in de komende jaren te volgen, van
zowel chlamydia als virale SOA.