English Abstract In 1996 the total number of consultations on STD and
HIV-testing at STD clinics and municipal health services was 13,226 and
increased with 12.5% compared with 1995 (women 18%; men 7%). The total
number of diagnosed STD was 4,976 and increased with 10.1% in 1996 compared
with 1995 (women 16.9%; men 4.5%). In both men and women an infection with
Chlamydia trachomatis was the most common STD; in men followed by
gonorrhoea and genital warts; in women followed by candidiasis, bacterial
vaginosis and gonorrhoea. The dramatic increase in the number of chlamydial
infections (32.8%; women 43.8%; men 22.8%) could not be explained only by
the increase in the number of consultations but probably by increased
awareness and improved diagnostics as well. Chlamydial infection was
diagnosed six times as much as gonorrhoea among women; among men one and a
half times as much. However, an almost similar number of women and men were
diagnosed with chlamydial infection suggesting that chlamydial infection is
less restricted to specific risk groups like gonorrhoea. The number of men
with syphilis increased enormously and appeared to be associated with ethnic
groups and commercial sex. However, syphilis was diagnosed less often than
chlamydial infection and gonorrhoea. Over 6000 consultations concerning HIV
antibody testing resulted in 54 seropositive individuals (1% positive test
results). Men having sex with men (MSM) were overrepresented in this group.
Although this registration is suffering from some shortcomings, it will be
the only surveillance system at a national level for STD and HIV in near
future. Hence, improvements of the data collection are important for STD
and HIV surveillance in general.
Rapport in het kort
In 1996 steeg het aantal consulten ten behoeve van een
SOA-hulpvraag en HIV-testverzoek met 12,5% (vrouwen 18%; mannen 7%) tot
13.226. Het aantal gediagnostiseerde SOA steeg in 1996 met 10,1% (vrouwen
16,9%; 4,5% mannen) tot 4976. Voor zowel mannen als vrouwen is infectie
met chlamydia trachomatis de meeste voorkomende SOA; voor mannen gevolgd
door gonorroe en genitale wratten; voor vrouwen gevolgd door candidiasis,
bacteriele vaginose en gonorroe. De forse stijging van chlamydia (32,8%;
vrouwen 43,8%; mannen 22,8%) kon niet alleen worden verklaard door de
toename in het aantal consulten maar waarschijnlijk ook door verbeterde
diagnostiek en toegenomen alertheid. Chlamydia werd bij vrouwen zes keer zo
vaak gesteld als gonorroe; bij mannen anderhalf keer. Er werden evenveel
vrouwen als mannen met chlamydia geconstateerd hetgeen duidt dat chlamydia
minder vaak lijkt voor te komen bij de klassieke risicogroepen, in
tegenstelling tot gonorroe. Het aantal mannen met syfilis is flink gestegen
en blijkt ook vaker voor te komen bij de etnische bevolkingsgroepen al dan
niet gecombineerd met recente prostitutie-contacten. De diagnose syfilis
wordt echter veel minder gesteld dan chlamydia en gonorroe. Bij ruim 6000
consulten was sprake van een HIV-testverzoek waarbij ongeveer 1% positief
bleek te zijn. In deze groep waren de homo/biseksuele mannen het meest
vertegenwoordigd. Ondanks de beperkingen van deze registratie, zal deze
SOA/HIV-registratie in de toekomst de enige zijn op nationaal niveau.
Verbeteringen in de gegevensverzameling zijn dientengevolge van belang voor
de surveillance van SOA en HIV in het algemeen.