English Abstract Public health nurses at the municipal health services
keep a register of patients attending the MHS or STD clinic for diagnosis
and treatment of STD or request for HIV-testing. Data are collected at a
national level and are only registered for an actual STD or HIV consultation
with confirmed diagnosis. Thirty-nine health services registered a total of
11,586 consultations with a confirmed diagnosis in 1999 (15% more than in
1998). About 75% of the patients were Dutch. Three-quarters of the men
reported heterosexual contacts, 20% reported homosexual and bisexual
contacts. Of the women, 21% reported to have worked as a commercial sex
worker in the past 6 months prior to the consultation at the clinic. The
number of cases of diagnosed STD had increased by 3% in 1999 (to 2934) with
respect to 1998 (2844); for women 0% and for men 6%. An STD was actually
diagnosed in 31% of the visitors who were tested for STD (1998: 36%).
Patients with a confirmed STD were more often non-Dutch; the percentage
with homosexual and bisexual contacts was higher than among the total group
of patients. The most common STD for both men and women was chlamydia. The
next most common STD for men were genital warts and gonorrhoea, for women
bacterial vaginitis, candidiasis and genital warts. A rise of 20% in the
number of gonorrhoea cases among men was observed, for women the number
declined by 12%. In 1999 5027 patients consulted for HIV and requested
HIV-testing; 0.9% were found positive. Just as in 1998, homosexual and
bisexual men were most often represented among the
HIV-positives.
Rapport in het kort
Bij de Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD's) wordt
door sociaal-verpleegkundigen ten behoeve van de non-curatieve
soa-bestrijding een registratie bijgehouden van de bezoekers ten behoeve van
een SOA-hulpvraag of HIV-testverzoek. De gegevens van deze registratie
worden landelijk verzameld en bewerkt. De registratie omvat alleen gegevens
van geregistreerde bezoekers van een SOA of HIV spreekuur waarbij een
sociaal-verpleegkundige aanwezig was. In 1999 registreerden 39 GGD's in
totaal 11.586 consulten (stijging van 15% t.o.v. 1998). Ruim driekwart
van de bezoekers was afkomstig uit Nederland. Van de mannelijke bezoekers
had driekwart heteroseksueel en 20% homo- of biseksueel contact gehad. Van
de vrouwen werkte 21% als prostituee in de zes maanden voorafgaand aan het
consult. Het aantal gediagnosticeerde SOA steeg in 1999 met 3% tot 2934;
0% voor vrouwen en 6% voor mannen. Bij 31% van de bezoekers waarbij SOA
onderzoek is gedaan, werd een SOA geconstateerd (1998: 36%). Opvallend is
dat de groep waarbij een SOA was vastgesteld minder vaak uit Nederland
afkomstig was, vaker homoseksuele contacten had en minder vaak prostituant
was dan de groep bezoekers in de registratie waarbij geen SOA is
vastgesteld. De meest voorkomende SOA bij zowel mannen als vrouwen was
chlamydia; bij mannen gevolgd door genitale wratten en gonorroe en bij
vrouwen gevolgd door bacteriele vaginose, candidiasis en genitale wratten.
In 1999 was bij 5027 consulten sprake van een HIV-testverzoek
(precounseling) waarbij 0,9% positief bleek te zijn. In de groep
HIV-positieven waren de homo- en biseksuele mannen, net als in 1998, het
meest vertegenwoordigd.