English Abstract The minister of Housing, Physical Planning and
Environment has requested the RIVM to publish an annual Environmental
Balance with an Environmental Outlook to appear every four years. Both of
these will serve as the objective scientific basis for the development of
the national environmental policy. In this framework the RIVM has set up a
short and long-term design. The role of the Environmental Outlook and the
Environmental Balance is outlined as providing a feedback on environmental
quality for environmental policy makers, followed by a set of requirements.
The "yardstick-approach" is worked out as being the best way of fulfilling
the set of requirements and providing the desired feedback. Finally, the
design is presented in global terms using the notion "environmental state",
which gives highly aggregated information in the form of indicators for six
relevant priority areas for environmental policy, i.e. sections of the
chain from source to sink. These are social developments (causes), use of
resources, environmental pressures (e.g. emissions), abiotic environmental
quality, effects on ecosystems, public health and functions (like
agriculture, recreation and drinking-water supply), and socio-economic
effects of the environmental policy (including costs). Finally, a concrete
and detailed design is presented in the form of dummies for both the
Environmental Balance and Outlook, using a core set of indicators (target
variables) to express the state of the environment. Based on this design, a
coherent infrastructure of monitoring networks, models, databases and
procedures will be developed in realization of the Environmental Outlook and
the Environmental Balance.
Rapport in het kort
De minister van VROM heeft het RIVM opgedragen vanaf
1995 jaarlijks een Milieubalans (MB) en vanaf 1997 vierjaarlijks een
Milieuverkenning (MV) uit te brengen ter ondersteuning van de ontwikkeling
van het milieubeleid. Om deze opdracht doelgericht en met oog voor
toekomstige beleidsvragen uit te voeren heeft het RIVM een inhoudelijk
ontwerp opgesteld voor de korte (MB95/MV97) en voor de langere termijn
(MBx/MVx). In dit ontwerp geven de Milieuverkenning en Milieubalans het
verband tussen het maatschappelijk activiteitenpatroon, inclusief mogelijke
beleidsmaatregelen, en de daaruit voortvloeiende effecten op het milieu.
Een programma van eisen is opgesteld waaraan de Milieubalans en de
Milieuverkenning-van-de-toekomst moeten voldoen. Deze eisen hebben zowel
betrekking op de inhoud, vorm als het proces. Om in dit programma van eisen
te voorzien, dient periodiek een kwantitatief beeld te worden gegeven van de
toestand en ontwikkeling van het milieu, uitgedrukt in een vaste set
variabelen. Met deze vaste set variabelen, "graadmeters of indicatoren",
worden de opeenvolgende Milieuverkenningen en Milieubalansen onderling
vergelijkbaar en worden verbeteringen en verslechteringen in het milieu
zichtbaar, analoog aan de CPB-cijfers in de economische verkenningen.
Graadmeters of indicatoren worden gegeven voor zes relevante
aandachtsgebieden voor het milieubeleid, zijnde dwarsdoorsneden van de
causaliteitsketen: maatschappelijke ontwikkelingen (oorzaken), verbruik van
voorraden, milieudruk, abiotische milieukwaliteit, effecten op ecosystemen,
volksgezondheid en de maatschappelijke ontwikkeling, waaronder functies en
sociaal-economische effecten van het milieubeleid incl. kosten. Deze
graadmeters kunnen zowel detailinformatie als hooggeaggregeerde informatie
betreffen, samengesteld uit vele variabelen. Tenslotte wordt een concreet
en gedetailleerd ontwerp gepresenteerd aan de hand van dummies voor de
Milieubalans en de Milieuverkenning waarin zowel de structuur is gegeven als
de graadmeters met bijbehorende dimensies in de vorm van figuren. Deze
figuren vormen de kern van de groep graadmeters waarin de ontwikkeling van
de milieukwaliteit wordt uitgedrukt. Deze dummies zijn als losse bijlagen
uitgebracht. Dit geheel -het produktontwerp- is in de loop van 1994 ter
toetsing voorgelegd aan de NMP-departementen en de betrokken
technisch-wetenschappelijke instituten. De resultaten hebben geleid tot
deze verbeterde versie. Op basis van dit produktontwerp wordt een
samenhangende basis-infrastructuur van meetnetten, modellen,
informatiesystemen en procedures ontwikkeld. Hiermee wordt geanticipeerd op
een toekomst waarin binnen een kort tijdsbestek 70-80% van de inhoud van de
Milieubalans en Milieuverkenning op gestandaardiseerde wijze wordt
geproduceerd. De resterende 20-30% wordt gereserveerd voor capita selecta,
waarin actualiteiten of aandachtspunten worden
beschouwd.