English Abstract Dutch dikes, and risk hikes. A thematic policy
evaluation of risks of flooding in the Netherlands. Dams in the Netherlands
have never been stronger: the probability of floods from the rivers or the
sea has reduced since the large flood in the south-western part of the
Netherlands in 1953. Yet the risks of casualties and economic damage have
become much greater since. This controversial statement has been largely
attributed to a creeping discrepancy between the existent set of design
standards for dike strength used for dam assessment and reinforcement
programmes in the Netherlands, and a steady social and economic development.
These standards, set down in national law, are, to a large extent, based on
insights from the years 1953-1960. The present spatial distribution of
economic interests of 'dike-rings' is no longer in accordance with the
spatial variation of these economic security standards. Besides, it seems
like the public no longer considers flooding in the Netherlands to be a
natural hazard. Flooding seems to be regarded a risk similar to external
risks such as industrial hazards and plane crashes. The risks of casualties
due to flooding in the Netherlands are much greater than the known combined
external risks. Compared to other countries (in Europe, the USA and Japan),
the safety levels of dams in the Netherlands are already much higher, based
on the high vulnerability of the population in the Netherlands, with its
low-lying areas, dense population and large investments. A further increase
in flooding risks is expected due to the rise in sea level, climate change
and further economic and social development. Technical solutions no longer
form the sole answer to this increase. Up till now focus has been on
reducing chances of dike breaches by technical means. Efficient solutions
in spatial planning have been overlooked. Solutions here include avoidance
strategies of flood-prone areas and the construction of compartment dams to
split-up large flood-prone areas in smaller ones. Political support is
essential: the past has shown that this support rapidly declines after
disasters.
Rapport in het kort
De waterkeringen die Nederland beschermen tegen
overstroming vanuit de zee of de rivieren zijn nog nooit zo sterk geweest:
de kans op overstroming van delen van het land is sinds de watersnoodramp
van 1953 sterk verminderd. Toch is Nederland in de afgelopen jaren
aanmerkelijk kwetsbaarder geworden voor het gevaar van overstroming: het
overstromingsrisico is toegenomen door een sterke toename van de schade bij
een eventuele overstroming. De controverse tussen sterkere dijken en een
groter risico wordt grotendeels toegeschreven aan een sluipende discrepantie
tussen de handhaving van wettelijk voorgeschreven normen gericht op de
sterkte van dijken, en de gestaag doorgaande sociale en economische
ontwikkeling. De normen zijn grotendeels gebaseerd op inzichten van de
periode 1953-1960, kort na de watersnoodramp in zuidwest Nederland. De
huidige ruimtelijke verdeling van de financieel-economische waarde van
dijkringgebieden sluit niet langer aan bij de ruimtelijke verdeling van
normniveaus in de wet. Bovendien lijkt de Nederlander overstromingen door
falende dijken niet meer te zien als een natuurverschijnsel dat af en toe
kan optreden. Het overstromingsgevaar lijkt te worden beschouwd als een
risico vergelijkbaar met extern opgelegde risico's als industriele
installaties, luchthavens en treinemplacementen. Vergelijking van het
overstromingsgevaar met deze externe risico's laat zien dat de kans op veel
dodelijke slachtoffers tengevolge van overstromingen veel groter is dan de
kans op veel slachtoffers tengevolge van alle bekende externe risico's bij
elkaar. Vergeleken met andere landen (Europa, de VS, Japan) gelden in
Nederland al hogere normen voor de waterkeringen, wat ook in overeenstemming
is met de hoge kwetsbaarheid van de Nederlandse samenleving (dichtbevolkte
en hoogontwikkelde onder zeeniveau gelegen gebieden). Een verdere toename
van het overstromingsrisico wordt voorzien, als gevolg van de verdere
stijging van de zeespiegel, klimaatwijzigingen en verdere sociale en
economische ontwikkeling. Technische oplossingen zijn niet langer het enige
antwoord op deze toename. In de afgelopen jaren was de aandacht met name
gericht op de hoogte en sterkte van waterkeringen. Opties op het gebied van
de ruimtelijke ordening zijn buiten beeld gebleven. Gedacht kan worden aan
het vermijden van risicovolle bouwlocaties en het compartimenteren van grote
dijkringgebieden. Steun vanuit de politiek is essentieel: het verleden
heeft laten zien dat deze steun enige tijd na een ramp snel
inzakt.