|   print

[  ]
 
Fokkert L , Cleven RFMJ

37 p in Dutch   1998

Toon Nederlands

English Abstract
The sample containing ammoniacal and organic nitrogen is digested according to Kjeldahl. The digested sample is injected into a carrier stream which is mixed with a sodium hydroxide stream. In the resulting alkaline stream, gaseous ammonia is formed which diffuses through a gas permeable membrane into an indicator stream. This indicator stream comprises a mixture of acid-base indicators with hich the ammonia gas will react. A colour shift results which can be measured hotometrically. Since the sample-containing stream is physically separated from the indicator stream the sample may be coloured and/or contain particles as long as clogging can be prevented. After optimization of the instrument, a Standard Operating Procedure (SOP) for the determination of Total Kjeldahl Nitrogen (TKN) in water and vaccines has been formulated. The detection limit is 0.01 mmol/l N. The accuracy for the measurement is better than 5 % for nitrogen concentrations more than 0.02 mmol/l.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
De bepaling van totaal Kjeldahlstikstof (TKN) in water en in sera en vaccinmonsters is geoptimaliseerd en gevalideerd. Door destructie van het monster met geconcentreerd zwavelzuur en een Kjeldahltablet gaat organisch gebonden stikstof over in ammoniumverbindingen. Een gedeelte van het gedestrueerde monster wordt met flow injection analyses (FIA) geinjecteerd in een draagstroom en gemengd met natronloog. De daardoor vrijgemaakte ammoniak gaat door een gasdoorlatend membraan en diffundeert in een indicatoroplossing. Deze indicatoroplossing, die een mengsel van zuur-base indicatoren bevat, reageert met het ammoniakgas. Dit resulteert in een kleurverandering waarvan de absorptie fotometrisch wordt gemeten. Omdat de monsterstroom fysisch gescheiden is van de indicatorstroom mag het monster gekleurd zijn en/of deeltjes bevatten. De destructie is geoptimaliseerd door een temperatuurprogramma te ontwerpen en door het effect van de hoeveelheid toe te voegen reagentia te onderzoeken. De meting is geoptimaliseerd door de pompslangen zodanig aan de pomp aan te sluiten dat er geen storing van luchtbellen meer optreedt. De terugvinding van standaarden en standaardreferentiemateriaal cystine voldoet aan de criteria. De aantoonbaarheidsgrens (3sblanco) is voor 50 ml onverdund monster 0.01 mmol/l N en het meetbereik is van 0.01 mmol/l N tot 1.00 mmol/l N. De precisie (1s) is voor gedestrueerde monsters beter dan 5 % voor stikstofconcentraties > 0.02 mmol/l N en (1/2c-20)% (c in mmol/l) voor stikstofconcentraties < 0.02 mmol/l N.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1998-10-09 )