|   print

Monitoring Voeding 2001-2004. Een voorstel voor een meerjarenprogramma uit te voeren door het RIVM
[ A proposal for a long-range plan (2001-2004) for dietary monitoring by the RIVM ]
 
Ocke MC, Liem AKD, Pieters MN

37 p in Dutch   2001

RIVM Rapport 515004012
download pdf (235Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
The National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) collects information within its research programme 'Food Monitoring' on exposure of the Dutch population to food components. This information is of use to Dutch food policy-making and dietary promotion activities. The current report proposes priorities in food monitoring for the 2001-2004 period. A balanced choice between food safety and good nutrition components/foods is recommended. Good nutrition. The Dutch National Food Consumption Surveys give insight into the intake of nutrients and food groups important for good nutrition. If these surveys are continued, RIVM need not collect this type of information. The only exception to this is sodium, for which the dietary assessment method of the Dutch National Food Consumption Survey is not suitable. For non-nutritive components as well as functional foods, enriched foods and food supplement monitoring do not yet seem necessary. Food safety. Monitoring of various natural toxins like myco- and phytotoxins (but not aflatoxin, DON and ochratoxin A) is recommended. Whereas continuation of current monitoring activities is sufficient for dioxins, dibenzofuranes, PCBs, PAHs and heavy metals, monitoring can be reduced to a minimum for aflatoxin and illegal pesticides The Dutch National Food Consumption Surveys, in which food consumption data are collected on many individuals, contribute important a priori knowledge for RIVM monitoring activities based on direct analytical methods.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
In het kader van het onderzoeksprogramma Monitoring Voeding van het RIVM wordt informatie verzameld over de blootstelling van de bevolking aan voedselcomponenten die de gezondheid van de mens in gunstige of in ongunstige zin kunnen beinvloeden. In deze notitie wordt voorgesteld welke chemische componenten in de voeding de komende jaren prioriteit verdienen in het monitoringsprogramma. In toekomstige monitoringsprogramma's moet een betere balans worden aangebracht in de aandacht gericht op positieve en negatieve aspecten van de voeding, waarbij prioriteit moet worden gegeven aan stoffen en productgroepen in de voeding die (positief en negatief) geassocieerd zijn met veel voorkomende ziekten. De gegevens van de voedselconsumptiepeilingen geven een goed beeld van de inneming van voedingsstoffen en voedingsmiddelengroepen van de Nederlandse bevolking. Mits de voedselconsumptiepeilingen ook in de toekomst voortgezet worden, hoeft het RIVM niet zelf gegevens te verzamelen in het kader van monitoring Gezonde Voeding. Een uitzondering hierop betreft de natriuminneming. Het wordt aanbevolen dat het RIVM de inneming van natrium blijft monitoren, aangezien de voedselconsumptiepeilingen hiervoor niet geschikt zijn. Voor non-nutritieve factoren is monitoring vooralsnog niet nodig, omdat hun rol bij gezondheid en ziekte nog nader onderzocht moet worden. Ditzelfde geldt voor voedingssupplementen, verrijkte voedingsmiddelen en "functional foods". Voor sommige natuurlijke toxinen, met name de myco- en fytotoxinen (m.u.v. aflatoxine, DON en ochratoxine A) zijn nauwelijks blootstellingsgegevens voorhanden, zodat monitoring op dit gebied gewenst is. Voor een aantal andere groepen gezondheidsbedreigende bestanddelen zoals dioxinen, dibenzofuranen en PCB's, PAK's en zware metalen is handhaving van de bestaande monitoringsactiviteiten voldoende voor het verdere terugdringingsbeleid. Voor aflatoxine en de illegale bestrijdingsmiddelen kunnen monitorings-inspanningen worden teruggebracht tot het voor instandhouding van de expertise noodzakelijke minimum. Voor toekomstige monitoringsactiviteiten van het RIVM die gebaseerd zijn op directe methodes (duplicaat-voedingsonderzoek en market basket studies) kan a priori kennis ontleend worden aan de voedselconsumptiepeilingen. Het is dan ook belangrijk dat de voedselconsumptiepeilingen in de toekomst gecontinueerd worden met het frequent verzamelen van voedselconsumptiegegevens op individueel niveau in grote representatieve steekproeven van de Nederlandse bevolking.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2002-01-03 )