Rapport in het kort
In dit rapport wordt een methode beschreven voor de
kwantitatieve bepaling van kwik (Hg) in nieren van humane herkomst met
behulp van atomaire absorptiespectrofotometrie en koude-damp atomisatie. De
niermonsters worden ontleed met een enzymatische methode onder fysiologische
condities gevolgd door een destructie met geconcentreerd zoutzuur bij 60
graden C. In het ontstane weefseldestruaat wordt vervolgens kwik bepaald met
de koude-damp techniek. De methode is bijzonder geschikt voor het
routinematig bepalen van grote series niermonsters. De toegepaste milde
condities tijdens de ontleding en destructie van de nieren minimaliseren de
kans op verlies van kwik door vervluchtiging ten gevolge van te hoge
temperaturen. De bovengrens van het lineaire werkgebied komt overeen met 2
mg Hg/kg uitgaande van 1 g nier. De detectielimiet (overeenkomend met 3 x
de ruis) is 0,006 mg Hg/kg. Het lineaire werkgebied is dus voor nier 0,006
- 2 mg Hg/kg. De gemiddelde relatieve standaardfout (+/- standaarddeviatie)
berekend uit 11 calibratielijnen bedraagt (3,6 +/- 1,5)% bij een
concentratie van 0,2 mg Hg/kg. Het gemiddelde (+/- standaarddeviatie) van
de variatiecoefficienten van tweevoudige analyses van 27 niermonsters is
(10,9 +/- 8,9)%.