Rapport in het kort
In dit rapport worden de analysemethoden geevalueerd
die zijn toegepast bij een onderzoek naar de concentraties van enige metalen
in weefsels van overledenen uit de Kempen, Twente en Friesland. Tevens
worden de analyseresultaten van het onderzoek gepresenteerd. De analytische
precisie is vastgesteld op basis van de resultaten van de
calibratiestandaarden die van iedere meetserie (10-15 series per type
analyse) deel uitmaakten. Gemiddeld over het gehele onderzoek was de
relatieve standaardfout (+/- standaarddeviatie) (0,96 +/- 0,50)% voor
cadmium in nier (nierschors en niermerg), (2,1 +/- 1,5)% voor cadmium in
lever, (3,6 +/- 1,5)% voor kwik in nier en (4,3 +/- 2,1)% voor lood in
wervel. De herhaalbaarheid werd vastgesteld op basis van de resultaten van
de tweevoudige analyses die van de meeste monsters waren uitgevoerd. Voor
ieder type analyse was er een significante correlatie tussen de tweede en de
eerste analyse (p < 0,001). De variatiecoefficient (gemiddelde +/-
standaarddeviatie) van het gemiddelde van de tweevoudige analyses was (9,2
+/- 8,7)% voor cadmium in nierschors, (34 +/- 28)% voor cadmium in niermerg,
(7,6 +/- 7,0)% voor cadmium in lever, (10,9 +/- 8,9)% voor kwik in nier en
(8,2 +/- 11,4)% voor lood in wervel.