|   print

Monitoring of exposures, body burdens and health effects of environmental pollutants in the Netherlands; position paper from the perspective of environmental epidemiology
[ Monitoring van blootstelling, lichaamsbelasting en gezondheidseffecten van milieuverontreiniging in Nederland; discussie-nota vanuit het perspectief van de milieu- epidemiologie ]
 
Lebret E, Fischer PH, Staatsen BAM, Franssen EAM, de Hollander AEM, Houthuijs DJM

66 p in English   1996

RIVM Rapport 529104001

Toon Nederlands

English Abstract
Environmental health monitoring is defined as the combination of routine measurements and collection, analysis and interpretation of data, required to produce information on (the distribution of) predefined indicators of exposures, body burdens and related public health impact. Examples of indicators and of public health impact are presented. Five types of monitoring activities are described, each with a different type of underlying question. Furthermore, existing data sources, mainly health registries, are critically evaluated on potential usefulness as data sources for environmental health monitoring. An evaluation of monitoring activities abroad, shows that health monitoring programmes are world-wide numerous, however, in almost none of the programmes a direct link is made between environmental factors and health indicators. To design a monitoring system with the desired functionality, the effect-size to be detected by the system needs to be specified first. Next, the number of people to be studied can be assessed by the use of statistical power analysis. The stipulation of an effect size involves value judgements about the biological (or economic) importance of an effect of a certain magnitude and lies in the domain of the risk managers. Before setting up a monitoring activity, policy makers and researchers have to agree on what effects should be minimally detectable and within what time period. It is concluded that the current monitoring activities in the Netherlands and abroad appear to have limited functionality, due to the relative small sample sizes involved, and a lack of integration of information from different disciplines involved in monitoring activities. Future monitoring programmes can be improved by a more intensive interaction among scientists of different disciplines involved in the phase of model formulation and development. Recommendations for such an integrated framework are specified.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Aan de hand van een werk-definitie, algemene kaderstelling en begripsdefinitie, wordt een bijdrage geleverd aan de discussie over mogelijkheden van monitoren van blootstelling, lichaamsbelasting en gezondheidseffecten van milieuverontreiniging in Nederland, vanuit het perspectief van de milieu-epidemiologie. Milieu - gezondheid monitoring wordt gedefinieerd als de combinatie van het routinematige meten en verzamelen, analyseren en interpreteren van relevante data om inzicht te krijgen in de (verdeling) van vooraf gedefinieerde indicatoren van blootstelling, lichaamsbelasting en maten van de effecten op de volksgezondheid. Voorbeelden van indicatoren en volksgezondheidseffectmaten worden beschreven. Vijf typen monitoring activiteiten worden nader toegelicht, elk met een specifieke onderliggende vraagstelling. Tevens wordt een kritische evaluatie van bestaande gegevensbestanden (voornamelijk gezondheidskundige registraties) in Nederland gegeven ; alsook een evaluatie van de bruikbaarheid van deze bestanden t.b.v. milieu - gezondheid monitoring. Buitenlandse monitoringprogramma's op het gebied van de volksgezondheid zijn talrijk, maar in nagenoeg geen van deze programma's wordt een directe relatie gelegd met milieufactoren. Om een monitoringprogramma met de gewenste functionaliteit te ontwerpen dient de omvang van het te meten effect gedefinieerd te worden. M.b.v. power-analyses kan vervolgens berekend worden wat de omvang (b.v. aantal te onderzoeken personen) van het monitoringprogramma dient te zijn. De voorwaarde van het stellen van een effect-omvang vereist een waarde-oordeel omtrent het biologische (of economische) belang van het effect ; dit ligt in het domein van het risk management. Tussen de ontwerpers (onderzoekers) en de gebruikers (beleid) dient overeenstemming te bestaan over de mate van het effect dat minimaal gedetecteerd dient te worden en de tijdperiode waarbinnen dit mogelijk is. Conclusie is dat de huidige monitoringsactiviteiten in Nederland en in het buitenland slechts beperkte functionaliteit hebben door de relatief kleine steekproef-omvang en/of het gebrek aan integratie van informatie van de verschillende aspecten van monitoringsdisciplines. Aanbevolen wordt om toekomstige monitoringprogramma's in een vroeg stadium interdisciplinair op te zetten, waarbij wetenschappers van verschillende disciplines betrokken worden. Suggesties worden hiertoe aangedragen.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 1996-03-31 )