|   print

[  ]
 
Visser H

155 p in Dutch   2005

download pdf (6200Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
A rigorous statistical analysis reveals changes in Dutch climate that are statistically significant over the last century. Annually averaged temperatures have increased by 1.5 about 0.5 degrees Centigrade; the number of summer days has roughly doubled from 14 about 5 to 27 about 9 days; annual precipitation has increased by 120 about 100 mm; and the number of extremely wet days has increased by about 40%, from 19 about 3 to 26 about 3 days. Several other changes in Dutch climate, such as spring temperatures rising more rapidly than winter temperatures, the increase of the coldest temperature in each year by 0.9 degrees Centigrade and the annual maximum day sum of precipitation, turn out to be not (yet) statistically significant. The changes in Dutch climate have already led to several statistically significant impacts. The length of the growing season has increased by nearly a month, and the number of heating-degree days, a measure for the energy needed for the heating of houses and buildings, has decreased by 14 about 5%. Projections of future temperature increase in 2020 based on the statistical analysis closely resemble projections based on climate models: temperatures continue to increase from 10.4 about 0.4 degrees Centigrade in 2003 to 10.7 about 0.6 degrees Centigrade in 2010 and 11.1 about 1.0 degrees Centigrade in 2020. The energy needed for heating of houses and buildings is expected to decrease further. This warming effect is expected to lower projections of future Dutch greenhouse-gas emissions by 3.5 Mton CO2 equivalents, which is relevant in the context of commitments under the Kyoto Protocol. Finally, over the course of the 20th century the chance on an 'Elfstedentocht', an outdoor skating event in the Netherlands, has decreased from once every five years to once every ten years. Even though this impact change is not yet statistically significant, it resides 'on the edge' of significance: within a few years more evidence may become available to firmly establish the diminishing likelihood of outdoor skating in the Netherlands.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Statistische analyse van het Nederlandse weer laat veranderingen zien die reeds statistisch significant zijn, gezien over de afgelopen honderd jaar. Jaargemiddelde temperaturen zijn toegenomen met 1.5 plus minus 0.5 graden Celcius sinds 1901. Het aantal zomerse dagen is ruwweg verdubbeld, van 14 plus minus 5 naar 27 plus minus 9 dagen. De jaartotale neerslag is toegenomen met 120 plus minus 100 mm, en het aantal extreem natte dagen is met circa 40% toegenomen, van 19 plus minus 3 naar 26 plus minus 3 dagen. Andere onderzochte variabelen blijken niet significant te zijn veranderd, zoals de koudste dag per jaar en de maximum dagsom voor neerslag per jaar. Verder blijken de jaarlijkse temperatuur- en neerslagveranderingen homogeen over de maanden van het jaar verdeeld te zijn. Getalsmatig zijn er wel verschillen per maand of per seizoen, maar die blijken niet significant. De veranderingen in het Nederlandse klimaat hebben reeds geleid tot significante veranderingen in weergerelateerde impact-variabelen. Zo is de lengte van het groeiseizoen toegenomen met bijna een maand, en het aantal warmte-graaddagen per jaar, een maat gerelateerd aan ruimteverwarming, is afgenomen met 14 plus minus 5 %. Projecties van temperatuurveranderingen voor het jaar 2020 die gebaseerd zijn op statistische extrapolatie vanuit het verleden, zijn consistent met voorspellingen op basis van klimaatmodellen. De jaargemiddelde temperatuur in Nederland zal toenemen van 10.4 plus minus 0.4 graden Celcius in 2003 naar 10.7 plus minus 0.6 graden Celcius in 2010 en 11.1 plus minus 1.0 graden Celcius in 2020. Hierdoor zal in de toekomst minder energie nodig zijn voor ruimteverwarming maar meer voor koeling. Dit klimaateffect zal per saldo de projecties van CO2-emissies tot aan het jaar 2012 waarschijnlijk iets doen dalen (circa 3.5 Mton CO2-equivalenten), een resultaat dat relevant is voor de Nederlandse Kyoto-verplichtingen. Tenslotte is onderzocht hoe de kans op een Elfstedentocht beinvloed is door klimaatverandering. Het is gebleken dat de kans op een tocht aan het begin van de twintigste eeuw lag op 0.2, ofwel gemiddeld eens per vijf jaar. Deze kans is, na een toename tot aan 1950, afgenomen naar een kans van 0.10 in 2004, ofwel gemiddeld eens per 10 jaar. De veranderingen liggen op de grens van statistische significantie. Binnen een klein aantal jaren zal blijken of de gevonden veranderingen inderdaad systematisch zijn.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 2005-02-16 )