English Abstract A rigorous statistical analysis reveals changes in
Dutch climate that are statistically significant over the last century.
Annually averaged temperatures have increased by 1.5 about 0.5 degrees
Centigrade; the number of summer days has roughly doubled from 14 about 5
to 27 about 9 days; annual precipitation has increased by 120 about 100 mm;
and the number of extremely wet days has increased by about 40%, from 19
about 3 to 26 about 3 days. Several other changes in Dutch climate, such as
spring temperatures rising more rapidly than winter temperatures, the
increase of the coldest temperature in each year by 0.9 degrees Centigrade
and the annual maximum day sum of precipitation, turn out to be not (yet)
statistically significant. The changes in Dutch climate have already led to
several statistically significant impacts. The length of the growing season
has increased by nearly a month, and the number of heating-degree days, a
measure for the energy needed for the heating of houses and buildings, has
decreased by 14 about 5%. Projections of future temperature increase in
2020 based on the statistical analysis closely resemble projections based on
climate models: temperatures continue to increase from 10.4 about 0.4
degrees Centigrade in 2003 to 10.7 about 0.6 degrees Centigrade in 2010
and 11.1 about 1.0 degrees Centigrade in 2020. The energy needed for
heating of houses and buildings is expected to decrease further. This
warming effect is expected to lower projections of future Dutch
greenhouse-gas emissions by 3.5 Mton CO2 equivalents, which is relevant in
the context of commitments under the Kyoto Protocol. Finally, over the
course of the 20th century the chance on an 'Elfstedentocht', an outdoor
skating event in the Netherlands, has decreased from once every five years
to once every ten years. Even though this impact change is not yet
statistically significant, it resides 'on the edge' of significance: within
a few years more evidence may become available to firmly establish the
diminishing likelihood of outdoor skating in the
Netherlands.
Rapport in het kort
Statistische analyse van het Nederlandse weer laat
veranderingen zien die reeds statistisch significant zijn, gezien over de
afgelopen honderd jaar. Jaargemiddelde temperaturen zijn toegenomen met 1.5
plus minus 0.5 graden Celcius sinds 1901. Het aantal zomerse dagen is
ruwweg verdubbeld, van 14 plus minus 5 naar 27 plus minus 9 dagen. De
jaartotale neerslag is toegenomen met 120 plus minus 100 mm, en het aantal
extreem natte dagen is met circa 40% toegenomen, van 19 plus minus 3 naar 26
plus minus 3 dagen. Andere onderzochte variabelen blijken niet significant
te zijn veranderd, zoals de koudste dag per jaar en de maximum dagsom voor
neerslag per jaar. Verder blijken de jaarlijkse temperatuur- en
neerslagveranderingen homogeen over de maanden van het jaar verdeeld te
zijn. Getalsmatig zijn er wel verschillen per maand of per seizoen, maar
die blijken niet significant. De veranderingen in het Nederlandse klimaat
hebben reeds geleid tot significante veranderingen in weergerelateerde
impact-variabelen. Zo is de lengte van het groeiseizoen toegenomen met
bijna een maand, en het aantal warmte-graaddagen per jaar, een maat
gerelateerd aan ruimteverwarming, is afgenomen met 14 plus minus 5 %.
Projecties van temperatuurveranderingen voor het jaar 2020 die gebaseerd
zijn op statistische extrapolatie vanuit het verleden, zijn consistent met
voorspellingen op basis van klimaatmodellen. De jaargemiddelde temperatuur
in Nederland zal toenemen van 10.4 plus minus 0.4 graden Celcius in 2003
naar 10.7 plus minus 0.6 graden Celcius in 2010 en 11.1 plus minus 1.0
graden Celcius in 2020. Hierdoor zal in de toekomst minder energie nodig
zijn voor ruimteverwarming maar meer voor koeling. Dit klimaateffect zal
per saldo de projecties van CO2-emissies tot aan het jaar 2012
waarschijnlijk iets doen dalen (circa 3.5 Mton CO2-equivalenten), een
resultaat dat relevant is voor de Nederlandse Kyoto-verplichtingen.
Tenslotte is onderzocht hoe de kans op een Elfstedentocht beinvloed is door
klimaatverandering. Het is gebleken dat de kans op een tocht aan het begin
van de twintigste eeuw lag op 0.2, ofwel gemiddeld eens per vijf jaar.
Deze kans is, na een toename tot aan 1950, afgenomen naar een kans van 0.10
in 2004, ofwel gemiddeld eens per 10 jaar. De veranderingen liggen op de
grens van statistische significantie. Binnen een klein aantal jaren zal
blijken of de gevonden veranderingen inderdaad systematisch
zijn.