English Abstract This report describes an operationalisation of the term
'sustainable development', by introducing the vulnerability concept.
Vulnerability describes the degree to which a system is likely to experience
harm due to exposure to a hazard, and thereby identifies unsustainable
states and processes. The operationalisation is presented in a framework,
which incorporates the three elements of vulnerability, i.e. exposure,
sensitivity and coping capacity. The framework links model outcomes,
represented as indicators, towards an overall measure of sustainability of a
certain sector or system. The overall vulnerability is determined by the
potential impact (exposure plus sensitivity) and the coping capacity, which
is the impact that may occur given projected global change and the degree to
which adjustments in practices, processes or structures can moderate or
offset the potential for damage. The advantages of the approach are the
transparency of the indicator framework and the linkage of the framework
with simulation models (existing knowledge). To test the methodology, it is
applied on the issue of food security, resulting in a measure for the
overall vulnerability of countries towards food shortages. The results of
this analysis are in line with the degree of food deprivation on a regional
scale, as determined by the FAO. These similarities in results indicate
that the chosen indicator framework is a reasonable proxy for food security
and that the conceptual framework gives good prospects for the analysis of
other unsustainable states and processes.
Rapport in het kort
Dit rapport beschrijft de operationalisatie van de term
'duurzame ontwikkeling' door gebruik te maken van het kwetsbaarheidconcept.
Kwetsbaarheid beschrijft de mate van schade dat een systeem kan ondervinden
door blootstelling aan een bepaalde druk en beschrijft daarmee niet duurzame
processen. Voor de operationalisatie wordt een raamwerk geintroduceerd dat
bestaat uit de drie elementen van kwetsbaarheid, namelijk blootstelling,
gevoeligheid en aanpassingscapaciteit. Het raamwerk maakt gebruik van
modelresultaten, indicatoren, die worden geaggregeerd tot een algemene maat
van duurzaamheid voor een bepaalde sector of systeem. De kwetsbaarheid
wordt beschreven door de potentiele impact (blootstelling plus gevoeligheid)
en de aanpassingscapaciteit, dat wil zeggen de gevolgen die kunnen ontstaan
door mondiale veranderingen in het menselijke en milieusysteem en de graad
waarin mogelijke aanpassingen de schade kunnen matigen of compenseren. De
voordelen van de benadering zijn de transparantie van het
indicatorenraamwerk en de koppeling met simulatiemodellen (bestaande
kennis). Om vervolgens deze methodiek te toetsen is het toegepast op het
probleem van voedselveiligheid, wat resulteert in een maat voor de
kwetsbaarheid van landen voor voedseltekorten. De resultaten van deze
analyse zijn op regionale schaal in lijn met de mate van voedseltekorten
zoals gerapporteerd door de FAO. Deze gelijkenis geeft aan dat het gekozen
indicatoren raamwerk een redelijke proxy geeft voor voedselveiligheid en dat
het conceptuele raamwerk goede vooruitzichten biedt voor het toepassen op
andere niet duurzame processen.