|   print

Water quality standards related to human exposure in the Water Framework Directive : Considerations on fish consumption and swimming
[ Waterkwaliteitsnormen voor humane blootstelling binnen de Kaderrichtlijn Water ]
 
Smit CE, Moermond CTA, Ocke M, te Biesebeek JD

44 p in English   2012

RIVM letter report 601357011
download pdf (410Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
Water quality standards for human exposure
Chemical substances may affect water quality and which may be harmful for humans and ecosystem health. The Water Framework Directive (WFD) requires derivation of water quality standards for substances. For this, guidance has been developed at the European level. Three routes are considered: direct effects on water organisms, effects on predatory birds and mammals that feed on water organisms, and effects on humans via consumption of fish. The most critical route determines the final standard. The Dutch Ministry of Infrastructure and Environment has commissioned RIVM to investigate whether the input for calculation of the human intake via fish is relevant for the Netherlands.

Fish consumption: do we use the right figures?
A default value for fish consumption of 115 gram per day is used for calculations. This is a reasonable estimate for several European countries, but a recent food consumption survey shows that the average Dutch person eats far less. Furthermore, fish is not on the menu every day. Consequently, the estimates for intake of substances might be too high and resulting quality standards too strict. It should be noted, however, that there are people that typically like fish and eat a lot more than the average person. It is a policy decision to define the protection goal for setting water quality standards. RIVM therefore does not propose an alternative for the default consumption value, but offers several possibilities for further refinement of quality standards. An option is to include in the assessment of water quality whether or not a water body is actually used for fishing.

Exposure via swimming
The potential relevance of swimming as an additional exposure route was investigated. For this, the oral and dermal intake resulting from swimming was estimated by model calculations for a series of compounds, including industrial chemicals and pesticides. Under the current assumptions, the model indicates that risks from swimming are not to be expected. There is no need to include swimming as an additional route for standard setting.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Waterkwaliteitsnormen voor blootstelling van mensen
Chemische stoffen kunnen de kwaliteit van oppervlaktewater aantasten, wat schadelijk kan zijn voor mens en dier. Daarom wordt vanuit de Kaderrichtlijn Water (KRW) bepaald hoeveel van een stof maximaal in oppervlaktewater mag zitten. Deze normen worden volgens Europese voorschriften afgeleid. Hierbij worden de effecten onderzocht van drie 'routes' waarlangs mensen en dieren in contact met de stof kunnen komen: de directe effecten van een stof op waterorganismen, de effecten op vogels en zoogdieren die waterdieren eten, en de effecten op mensen via het eten van vis uit oppervlaktewater. Dit levert drie veilige concentraties op; de laagste bepaalt de norm. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) heeft in dit verband het RIVM gevraagd om te onderzoeken of de Europese uitgangpunten om te berekenen in welke mate mensen aan stoffen blootgesteld worden via het eten van vis, relevant zijn voor Nederland.

Visconsumptie te hoog ingeschat?
Het Europese voorschrift gaat ervan uit dat mensen dagelijks 115 gram vis eten. Voor een aantal Europese landen lijkt dit een reële aanname. De gemiddelde Nederlander eet echter veel minder vis, zo blijkt uit recente consumptiegegevens voor ons land. Ook eet lang niet iedereen dagelijks vis. Dit zou kunnen betekenen dat van een te hoge inname van stoffen wordt uitgegaan bij de bepaling van de milieunormen, en dat deze normen te streng zijn. Er zijn echter ook fervente viseters die wél veel meer vis eten. Het is uiteindelijk een beleidskeuze van welke doelgroepen wordt uitgegaan om normen voor een veilige waterkwaliteit te bepalen. Het RIVM doet daarom geen nieuw voorstel voor de hoeveelheid vis die wordt geconsumeerd. Wel worden enkele opties geboden om te onderzoeken of er daadwerkelijk sprake is van een risico als de norm wordt overschreden. Onder andere kan bij de beoordeling van de waterkwaliteit worden meegewogen of het water daadwerkelijk als viswater wordt gebruikt.

Blootstelling door zwemmen onderzocht
Tevens is onderzocht of bij de afleiding van waternormen meegenomen moet worden dat mensen aan stoffen staan blootgesteld als zij in oppervlaktewater zwemmen. Dat blijkt niet nodig te zijn. Hiervoor zijn modelberekeningen uitgevoerd voor een aantal stoffen, waaronder gewasbeschermingsmiddelen en industriële chemicaliën. Het nu gebruikte model geeft aan dat er geen risico's zijn te verwachten als gevolg van zwemmen.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2013-02-18 )