|   print

Bepaling ad-hoc humane risicogrenzen voor sediment en oppervlaktewater i.v.m. 'calamiteit Vredestein' te Enschede
[ Determining ad hoc human risk levels for sediment and surface water, related to 'incident Vredestein' in Enschede ]
 
Otte PF, Janssen PJCM, van Raaij MTM, Swartjes FA

36 p in Dutch   2003

RIVM rapport 609023005
download pdf (288Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
This report describes the derivation of ad hoc maximum permissable risk levels (MPR) for a list of 23 compounds, which entered the environment due to a fire in a tyre factory in Enschede. Besides, risk levels for these compounds in sediment and water (to be used for the preparation of drinking water) were determined. Also, concentrations of the compounds in fish were estimated. Because of the urgency of the situation, a quick scan was performed for the toxicological data to derive MPRs, as well as for the fysical-chemical parameters which are needed as input for the exposure model (SEDISOIL). For 11 compounds, the available data was sufficient to derive MPR's and risk levels in sediment and water. The resulting values have a provisional character, since they were not formalised. Therefore, they are only applicable in this specific situation.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Bij een brand bij de bandenfabriek Vredestein te Enschede op 22 augustus 2003, zijn met het bluswater verschillende verbindingen in het milieu terechtgekomen. Het RIZA heeft een lijst met 23 verbindingen geleverd die in het oppervlaktewater zijn aangetroffen, met de vraag om de humane risico's van deze verbindingen in te schatten. Meer specifiek hield dit in: -het afleiden van ad hoc waarden MTR-humaan. -Het afleiden van risicogrenzen voor sediment voor het standaardscenario viswater. -Het afleiden van risicogrenzen voor water ten behoeve van drinkwatergebruik.-Het schatten van de concentratie in vis. Aangezien de risicogrenzen op korte termijn gewenst zijn is een quick scan uitgevoerd van de beschikbare toxicologische literatuur over deze verbindingen. De aangetroffen data zijn onderworpen aan een summiere beoordeling en waar mogelijk zijn er provisionele MTR (Maximaal Toelaatbaar Risico) voor humane blootstelling afgeleid. Voor 12 verbindingen waren de toxicologische gegevens zelfs niet toereikend om een provisioneel MTR vast te stellen. Voor de overige 11 verbindingen is voor de benodigde fysisch-chemische gegevens eveneens een quick scan uitgevoerd. Op basis van de provisionele MTR's en de fysisch-chemische gegevens zijn vervolgens blootstellingsscenario's doorgerekend om humane risicogrenzen af te leiden. Hierbij is gebruik gemaakt van het blootstellingsmodel SEDISOIL. De resulterende risicogrenzen worden door het RIZA gebruikt ter beoordeling van de situatie bij Vredestein te Enschede.De berekende risicogrenzen zijn niet formeel vastgesteld, zoals voor interventiewaarden het geval is, en hebben derhalve geen wettelijke status. Ze moeten worden beschouwd als zogenaamde ad hoc risicogrenzen, en zijn derhalve alleen toepasbaar voor de beoordeling van het geval Vredestein-Enschede. Volgens de Wet bodembescherming dient bij overschrijding van (ad hoc) risicogrenzen een actuele (locatie-specifieke) risicobeoordeling te volgen middels een Nader Onderzoek (NO). Gezien de relatief beperkte betrouwbaarheid van de afgeleide risicogrenzen moet worden overwogen dit ook te doen indien de gevonden concentraties de ad hoc risicogrenswaarden benaderen.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2004-04-14 )