Dit rapport bevat een erratum d.d. 16 februari 2010 op
de laatste pagina
Toon Nederlands
English Abstract Soil contamination is common in the Netherlands.
Exposure to contaminated soil is usually marginal and people are not
expected to suffer any harmful effects to their health from it. Sometimes,
however, exposure is extensive, for example, when children ingest polluted
soil through hand-to-mouth behaviour. Other instances of extensive exposure
are when people eat home-grown vegetables or when volatile substances enter
the indoor air of residences. In such cases, health risks cannot always be
excluded. It is natural that people in these situations may have questions
and be worrying about the consequences for their health. Therefore, it is
important that the local departments of the Municipal Health Services (GGD)
are able to answer these questions satisfactorily and make a good estimation
of the risks. For this purpose, the National Institute for Public Health
and the Environment (RIVM) has drawn up a guideline, together with the GGD,
that contains the necessary information.
The guideline is a revised version of the GGD guideline 'Assessing risks of
soil contamination' published in 2002. The guideline describes which data
is needed at which time in order to assess whether or not there is a risk to
health. The legal regulations for soil surveys and exposure models are at
the base of the guideline. In some cases additional investigations are
carried out, for example, in the indoor air of residences or on vegetables
grown in the garden or allotment. The guideline outlines how, with the help
of these tests, risks to health can be determined and against which standard
values they are tested. There is also an overview of the relevant
legislation and regulatory requirements on this subject. Finally, it
indicates how the GGD can advise both residents and the competent
authorities, such as the municipal and provincial administrations, on the
health risks of soil contamination, the measures that need to be taken and
the communication regarding this matter.
Rapport in het kort
Bodemverontreinigingen komen veel voor in Nederland.
Meestal worden mensen hier in geringe mate aan blootgesteld en zijn er geen
schadelijke gevolgen te verwachten voor hun gezondheid. Soms kan de
blootstelling wel groot zijn, bijvoorbeeld doordat kinderen grond
binnenkrijgen via hand-mondcontact, door groenten uit eigen tuin te eten of
doordat vluchtige stoffen in de binnenlucht van woningen komen. In die
gevallen kunnen gezondheidsrisico's niet altijd worden uitgesloten. In
beide situaties kunnen bewoners vragen en zorgen hebben over de gevolgen
voor hun gezondheid. Het is van belang dat de Gemeentelijke
Gezondheidsdiensten (GGD'en) in staat zijn deze vragen te beantwoorden en
een goede risicobeoordeling kunnen maken. Het RIVM heeft daarom in
samenwerking met GGD'en een richtlijn opgesteld die de benodigde informatie
hiervoor bevat.
De richtlijn is een geactualiseerde versie van de GGD-richtlijn
'Gezondheidsrisico's bij bodemverontreiniging' uit 2002. Beschreven wordt
wanneer welke gegevens nodig zijn om te kunnen bepalen of er een risico
bestaat voor de gezondheid. De basis hiervoor zijn de wettelijk
voorgeschreven bodemonderzoeken en blootstellingsmodellen. In sommige
gevallen wordt aanvullend onderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld in binnenlucht
van woningen of in groenten uit eigen (moes)tuin. De richtlijn geeft aan
hoe met behulp van deze onderzoeken een gezondheidsrisico wordt bepaald en
aan welke normen dat wordt getoetst. Ook is er een overzicht van de
relevante wet- en regelgeving op dit gebied. Ten slotte wordt aangegeven op
welke wijze de GGD bewoners en het bevoegde gezag (gemeente, provincie) kan
adviseren over gezondheidsrisico's van bodemverontreiniging, de te nemen
maatregelen en de communicatie daarover.