|   print

[  ]
 
Stoop P , Pennders RMJ , Lembrechts JFMM

49 p in Dutch   1994

Toon Nederlands

English Abstract
An increasing concern for the risks from radon(Rn-222)in particular) has caused the Ministry of VROM to ask for an investigation of the relation between radon concentrations in the indoor air of dwellings and the radium content of the soil on which these have been built. This investigation should include not only natural soil types but also some artificial ones. The soils that were formed after polders were filled with harbour sludge are an example of a non-natural soil type with a radium content that is in some instances significantly higher than that of most natural soils. This report brings the results of the first two phases of a project to investigate the radium contents of these so-called harbour sludge polders. Analysis of the radium contents and a number of soil characteristics of 30 harbour sludge polders shows: (1) the average radium content of most of these sites is higher than expected based on a natural situation, (2) the highest average radium content is approximately four times the average value for Dutch soils, (3) the radium surplus is related to the cadmium pollution level, (4) the average radium contents in the polders on which dwellings have been built are probably too small to allow differences in radon concentrations to show up in an investigation in which a limited number of dwellings are compared with similar dwellings built on soils without a radium surplus. This report ends with conclusions and recommendations for phases 3 and 4 of this project.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
De ook in Nederland belangrijk toegenomen aandacht voor de risico's van radon (met name Rn-222)in het binnenhuismilieu waren voor VROM aanleiding een onderzoek te laten doen naar de relatie tussen de radonconcentratie in woningen en het gehalte aan radium (Ra-226)in de bodem waarop deze staan. Dit onderzoek zou zich niet alleen moeten richten op natuurlijke bodems maar ook op een aantal niet-natuurlijke. De bodems die ontstaan zijn door het ophogen van poldergronden met havenspecie uit de Rotterdamse havens vormen een voorbeeld van een niet-natuurlijk bodemtype met een radiumgehalte dat in sommige gevallen significant hoger is dan dat van de meeste natuurlijke bodems. Dit rapport beschrijft de eerste twee fasen van het vervolgonderzoek naar radiumgehalten in havenspeciepoldergronden. Analyse van het radiumgehalte en een aantal bodemkarakteristieken van 30 havenspeciepoldergronden leert dat: (1) op de meeste lokaties hogere radiumgehaltes voorkomen dan verwacht op basis van de natuurlijke situatie, (2) het hoogste gemiddelde radiumgehalte ongeveer vier maal het landelijke gemiddelde is (3) het radiumoverschot gerelateerd is aan de verontreiniging met cadmium en (4) de onderzochte polders waarop woningen zijn gebouwd gemiddelde radiumgehalten bevatten die naar verwachting te klein zijn om in een beperkte steekproef verschillen aan te tonen tussen de gemiddelde radonconcentratie in deze woningen en die in soortgelijke woningen op terreinen zonder radiumoverschot. Het rapport eindigt met conclusies en aanbevelingen voor fasen 3 en 4 van dit vervolgonderzoek.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1994-08-31 )