|   print

Hinder, bezorgdheid en woontevredenheid in Nederland : Inventarisatie verstoringen 2008
[ Annoyance, concern and residential satisfaction in the Netherlands : Annoyance inventory 2008 ]
 
van Poll HFPM, Breugelmans ORP, Devilee JLA

93 p in Dutch   2011

RIVM rapport 630741001
download pdf (1589Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
Residential satisfaction has increased the past few years. Still residents are se-verely annoyed in 2008. Despite the government's policy effort to abate severe annoyance, people still suffer from severe annoyance from noise, mal odor, vi-brations or light. Noise by traffic is the biggest source of annoyance. Concern about a hazardous living situation is decreasing. However severe concern about a hazardous living situation is growing. Concern about living on or near polluted soil is biggest; one out of three residents appears to be severely concerned. Sa-tisfaction with the dwelling and the neighbourhood is high. Satisfaction with pub-lic transportation in the neighbourhood is lowest. Greenery in the neighbourhood is considered to be of good quality and is highly appreciated. The opportunity greenery gives to recreate is appreciated most. About half of the population thinks their neighbourhood is not quiet.
These are the most important results of the 6th national 'Annoyance Inventory' in the Netherlands. The inventory was commissioned by the Ministry of Infra-structure and the Environment (I&M). The face-to-face questionnaire study was conducted in the end of 2008 by the Centre for Environmental Health (MGO) of the National Institute for Public Health and the Environment. Well over 1200 residents in the Netherlands participated in the study.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
De Inventarisatie Verstoringen is een 5-jaarlijkse nationale inventarisatie van hinder door geluid, geur, trillingen en licht. Opmerkelijk aan deze inventarisatie zijn de lagere (ernstige) hinderpercentages voor de meeste van de onderzochte bronnen van geluid, geur en trilling ten opzichte van vijf jaar geleden, terwijl de blootstellingniveaus niet tot nauwelijks zijn gedaald. Waarschijnlijk is de gewijzigde vraagstelling, gewijzigd ten behoeve van internationale harmonisering, hier debet aan.
De woontevredenheid is de afgelopen jaren toegenomen. Toch is er nog steeds sprake van ernstige hinder in de leefomgeving, ondanks de inspanningen van de overheid om dit te verminderen. Omgevingsgeluid, geur, trillingen en licht zijn belangrijke veroorzakers van ernstige hinder en slaapverstoring. Geluid van wegverkeer is de grootste bron van ernstige geluidhinder. Bezorgdheid over de eigen veiligheid door wonen in of in de buurt van een onveilige woonsituatie neemt af. De ernstige bezorgdheid hierover neemt echter wel toe. Eén op de drie burgers is bezorgd over wonen op of in de buurt van een locatie met bo-demverontreiniging. In het algemeen is men zowel tevreden over de woning als over de woonomgeving. Over het openbaar vervoer in de buurt is men het minst tevreden hoewel de ontevredenheid hierover de afgelopen jaren het meest is afgenomen. Het groen in buurt wordt zeer gewaardeerd en de kwaliteit ervan wordt goed bevonden. Veel mensen vinden dat ze in een groene buurt wonen en zijn hier ook tevreden over. Vooral de mogelijkheid die groenvoorzieningen bie-den om te recreëren wordt zeer gewaardeerd. Ongeveer de helft van de inwo-ners in Nederland vindt zijn eigen buurt niet stil. Eén op de acht vindt dit ook geen belangrijk aspect van de woonomgeving. Voor één op de zes inwoners hoeft de wijk niet stiller, voor ongeveer één op de negen inwoners is de buurt niet stil genoeg.
Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit de zesde nationale 'Inventarisatie Ver-storingen' die het ministerie van I&M heeft laten uitvoeren. Het onderzoek werd eind 2008 uitgevoerd door het centrum voor Milieu, Gezondheid en Omgevings-kwaliteit (MGO) van het RIVM. Ruim 1200 inwoners van Nederland deden mee aan het mondelinge vragenlijstonderzoek.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2011-09-05 )