Rapport in het kort
Er werden 24 monsters vetweefsels afkomstig van
autopsieen onderzocht op 20 individuele polychloorbifenylcongeneren (PCB's),
waaronder de 7 indicator-congeneren. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat
de indica- torgeneratoren 2,3',4,4',5-pentachloorbifenyl (nummer 118),
2,2',3,4,4' 5'- hexachloorbifenyl (nummer 138),
2,2',4,4',5,5'-hexachloorbifenyl (nummer 153) en
2,2',3,4,4',5,5'-hexachloorbifenyl (nummer 180) in belangrijke concentraties
in humaan vetweefsel van Nederlandse inge- zetenen worden aangetroffen. In
hoeverre buiten de 20 onderzochte PCB-congeneren nog andere congeneren
voorkomen is een onderwerp voor nader onderzoek. Vergelijking van de
resultaten van humaan vet met die van een soortgelijk RIVM-onderzoek in
moedermelk laat zien dat de mediaanwaarden van de PCB-congeneren in humaan
vetweefsel op vetbasis in het algemeen belangrijk hoger waren. De monsters
humaan vetweefsel en moedermelk zijn echter niet van dezelfde personen
afkomstig. In het algemeen zijn de monsters vetweefsel van oudere personen
afkomstig.