Rapport in het kort
De monsters (25-26 van iedere soort) werden onderzocht
op aldrin, dieldrin, broompropylaat, chloorthalonil, p,p'-DDE, o,p'-DDE,
p,p'-DDT, TDE, dichlofluanide, dichloran, endosulfan (alfa en beta),
alfa-HCH, beta-HCH, heptachloor, hexachloorbenzeen, lindaan, permethrin (cis
en trans), propachloor, quintozeen, pentachlooraniline,
pentachloorthioanisool, tolylfluanide en vinchlozolin. In de kool- en
preimonsters werden in enige gevallen residuen gevonden, die echter alle
onder de toegestane maximumwaarden lagen. In de wortelmonsters werden vaak
residuen aangetroffen, waarvan drie boven de toegestane maximumwaarden
lagen, t.w. twee voor hexachloorbenzeen en een voor propachloor. In de
uimonsters werd geen enkel residu van de bovengenoemde verbindingen
aangetroffen.