|   print

[  ]
 
Hijman WC ; Hartog RS den ; Jong APJM de ; Liem AKD

15 p in Dutch   1994

Toon Nederlands

English Abstract
Since February 1990, dioxin levels are measured, on a regular basis, in cow's milk of dairy farms in the neighbourhood of dioxin sources such as municipal waste incinerators (MWIs) and metal reclamation plants. Levels are expressed in picograms 2,3,7,8-TCDD toxicity equivalents (TEQ) per gram of milk fat, calculated on the basis of international toxicity equivalence factors (I-TEF) for individual congeners. This report presents the results of the measurements in cow's milk of three dairy farms near the MWI of Rotterdam (Lickebaert area), the Netherlands, for the months May to September 1994. In the period January to April 1994, observed dioxin levels ranged between 5.5 +/- 0.3 and 8.1 +/- 0.4 pg TEQ/g of fat. In the period from May to September 1994, dioxin concentrations decrease to a level between 3.8 +/- 0.2 and 4.6 +/- 0.2 pg TEQ/g of fat in June and a level between 2.2 +/- 0.1 and 3.8 +/- 0.2 pg TEQ/g of fat in the months July to September 1994. Since June 1994, all dioxin levels are below the Dutch legislation level of 6 pg TEQ/g of fat. Reported data in the framework of this monitoring programme have been shown that, on a yearly basis, strong fluctuations occur in the concentration of dioxins in samples of cow's milk from the Lickebaert area collected in the period February 1990 to September 1994, with values between 2 and 14 pg TEQ/g of fat. Until now, the cause of these fluctuations have not been elucidated. The course of the dioxin levels in 1994 shows a similar pattern as observed in previous years. The observed decrease, however, results in lower values than in the same periods of preceding years.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Gehalten van dioxinen in koemelk van melkveebedrijven in de omgeving van dioxinebronnen, zoals afvalverbrandingsinstallaties (AVI's) en kabelbranderijen, worden sinds februari 1990 maandelijks gemeten. De gehalten worden uitgedrukt in picogrammen 2,3,7,8-TCDD toxiciteitsequivalenten (TEQ) per gram melkvet en berekend op basis van de internationale toxiciteitsequivalentie factoren (I-TEF). Dit rapport presenteert de resultaten van de metingen van dioxine in koemelk afkomstig van drie melkveebedrijven uit de omgeving van de AVR in Rotterdam (het Lickebaertgebied) voor de maanden mei t/m september 1994. In de periode januari t/m april 1994 varieerden de dioxinegehalten tussen 5.5 +/- 0.3 en 8.1 +/- 0.4 pg TEQ/g vet. De gehalten nemen af tot een niveau van 3.8 +/- 0.2 en 4.6 +/- 0.2 pg TEQ/g vet in juni, respectievelijk tot een niveau van 2.2 +/- 0.1 tot 3.8 +/- 0.2 pg TEQ/g vet in juli t/m september 1994. Alle gehalten in de periode juni t/m september 1994 liggen onder de Nederlandse warenwetnorm voor dioxinen in koemelk van 6 pg TEQ/g vet. Zoals is gebleken uit de rapportages van dit monitorprogramma, hebben de dioxinegehalten in de koemelk afkomstig uit het Lickebaertgebied, gemeten over de periode februari 1990-september 1994, jaarlijks sterke fluctuaties vertoond met waarden uiteenlopend van 2 tot 14 pg TEQ/g vet. De oorzaken van deze fluctuaties zijn tot nu toe niet opgehelderd. Het verloop van de dioxinegehalten in 1994 vertoont hetzelfde patroon als in voorgaande jaren. De waargenomen daling sinds mei 1994 zet zich echter verder door dan in vergelijking met overeenkomstige perioden in vorige jaren.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl

( 1994-10-31 )