Rapport in het kort
Vier methoden van onderzoek voor het bepalen van
nitraat werden met elkaar vergeleken, nl. de zgn. cadmium-reductie methode
(A), een methode waarbij gebruik wordt gemaakt van een ion-selectieve
nitraat elektrode (B) ; een methode waarbij nitraat in zwavelzuur milieu
wordt gekoppeld aan 2-sec.-butylfenol, gevolgd door spectrofotometrische
meting (C) en een methode gebaseerd op HPLC met UV-detectie (D). Vanwege de
algemeen erkende betrouwbaarheid ervan werd meth.(A) in dit onderzoek
beschouwd als referentie methode. Als materiaal voor het vergelijkende
onderzoek werden 12 monsters gevriesdroogde bladgroenten gebruikt. De
resultaten verkregen met meth.B weken het sterkst af van die van de
ref.methode nl. gem. 22,0%, uiterste waarden -65,9 en +48,0%. De
resultaten van meth.D sloten het best aan bij die van de ref.methode, gem.
verschil 5,4% uiterste waarden -22,7 en +10,3%. Geconcludeerd wordt dat de
HPLC-methode (D) een bruikbaar en aantrekkelijk alternatief vormt voor de
referentiemethode.