|   print

Toxicity of Ambient Particulate Matter. III. Acute toxicity study in asthmatic mice following 3-day exposure to ultrafine and fine ammonium nitrate, a model compound for secondary aerosol fraction of PM10
[ Toxiciteit van fijnstof in de buitenlucht (PM 10) III. Ultrafijn en fijn ammoniumnitraat ]
 
Cassee FR, Dormans JAMA, van Loveren H, van Bree L, Rombout PJA

27 p in English   1998

RIVM rapport 650010013
download pdf (1269Kb)  
Revised edition of June 1998  

Toon Nederlands

English Abstract
Ammonium nitrate is the most prominent component of secondary PM10 in the Netherlands. In our study, healthy and asthmatic mice were exposed to fine (CMD = 0.3 mum; 4 x 10 exp. 3 particles per cm3) and ultrafine (CMD = 0.03 mum; 2 x 10. exp. 5 particles per cm3) ammonium nitrate. The mean mass concentrations were 140 and 250 mug/m3, respectively. At exposure levels comparable to previous studies with ammonium bisulfate and ammonium ferrosulfate, pulmonary effects were observed in both healthy and asthmatic mice. The effects were mainly found after exposure to fine rather than to ultrafine nitrate. In view of the mass concentration of fine aerosols being even lower than that of the ultrafine aerosols, we conclude that not only are mass concentrations important for the development of adverse effects but also the specific size of the particles. Dosimetry models will be useful in confirming this conclusion. There were no signs of asthmatic mice being more sensitive to secondary aerosols than healthy mice

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Resultaten worden gepresenteerd van een studie met ammoniumnitraat in gezonde en astma dieren. Ammoniumnitraat is de belangrijkste component van het secundair gevormde fijnstof in Nederland. We hebben gezonde en astma muizen blootgesteld aan fijn (CMD = 0.3 mum; 4 x 10 exp. 3 deeltjes per cm3) en ultrafijn (CMD = 0.03 mum; 2 x 10 exp. 5 deeltjes per cm3) ammoniumnitraat. De gemiddelde massa concentratie bedroeg respectievelijk 140 en 250 mug/m3. De gegevens suggereren dat bij concentraties die vergelijkbaar zijn met eerdere studies met ammoniumbisulfaat en ammoniumferrosulfaat nu wel pulmonaire effecten in gezonde en astma muizen optreden. Hierbij blijkt dat deze effecten wel bij fijn en niet bij ultrafijn nitraat optreden. Uit het feit dat de massaconcentratie van fijn ammoniumnitraat lager was dan die van ultrafijn nitraat kan worden opgemaakt dat de invloed van de grootte van de deeltjes niet verwaarloosd mag worden. Depositiemodellering zal hier meer inzicht in geven. Er zijn geen indicaties voor een versterking van de allergische reactie.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 1998-04-30 )