|   print

Active components in food supplements
[ Actieve componenten in voedingssuplementen ]
 
Siemelink M, Jansen EHJM, Piersma AH, Opperhuizen A

66 p in English   2000

RIVM Rapport 650250001
download pdf (211Kb)  

Toon Nederlands

English Abstract
The growing food supplement market, where supplements are both more diverse and more easily available (e.g. through Internet) formed the backdrop to the inventory of the active components in food supplements. The safety of an increased intake of food components via supplements was also at issue here. The inventory gives the minimum requirement, recommentded daily allowance, toxic dose, observed dose in supplements, dietary source, physiological function and deficiency symptoms for each component. A distinction is made between water- and fat-soluble vitamins, major minerals, trace elements, hormones, fatty acids and associated nutritional factors. Of these components, a chronic high intake of the vitamins A, D, folate, calcium, iron, zinc and selenium in healthy persons can lead to adverse or toxic health effects. Special risk groups or risks for a high iron intake in combination with vitamin C, vitamin E, calcium and b-carotene could be identified. The safety levels of the hormones, dehydroepiandrosterone and melatonin, have yet to be determined; they have been reported to be responsible for adverse side-effects.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
De groeiende markt van voedingssupplementen vormde de achtergrond voor deze inventarisatie van de actieve componenten die aanwezig zijn in voedingssupplementen. Van elke component is de: minimum behoefte, aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH), toxische dosis, waargenomen hoeveelheid in supplementen, bronnen en funcite van de component en symptomen die optreden bij dedicientie, weergegeven. De veel voorkomende stoffen in voedingssupplementen zijn onderverdeeld in de volgende categorieeen: water- en vet-oplosbare vitamines, mineralen, spoorelementen, hormonen, vetzuren en aanverwante voedingsfactoren. Actieve voedingscomponenten kunnen onderverdeeld worden in twee globale categorieen: componenten die veilig zijn bij een inname van minstens 50 keer de ADH en waarvan verondersteld wordt dat geen toxische effecten optreden bij normaal gebruik en in de tweede categorie vallen stoffen die een veilige marge hebben van minder dan 50 keer de ADH en waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen of verwacht dat ze bij overdosering of bij risico-groepen negatieve effecten op de gezondheid veroorzaken. De volgende componenten behoren tot de laatste categorie: van de wateroplosbare vitamines is een hoge vitamine C inname mogelijk schadelijk bij mensen met een verstoord ijzermetabolisme. Een hoge folaat inname kan het bestaan van een vitamine B12-deficientie maskeren. Van de vetoplosbare vitamines zijn vitamine A en D schadelijk bij een relatief lage inname. Een inname van vitamine A van ongeveer acht keer de ADH kan bij zwangere vrouwen afwijkingen aan de vrucht veroorzaken. Kinderen lijken ook erg gevoelig te zijn voor hypervitaminose D. Een hoge inname van vitamine E kan interferen met de bloedstolling en is daarom bij patienten met anti-stollingstherapie af te raden. Voor wat betreft de mineralen, zou de inname van zink beperkt moeten blijven tot twee tot vier keer de ADH. Een hoge calcium inname (>2 keer de ADH) kan gastro-intestinale stress veroorzaken. Verder heeft selenium een bijzonder lage veilige marge van inneming. Van de aanverwante nutritionele factoren staat b-caroteen in de belangstelling vanwege het toegenomen risico op longkanker in rokers na chronische consumptie van b-caroteen van minstens tien keer de ADH vergeleken met de controle groep. Het verhogen van de inname van een specifieke component kan de opname van of interactie met andere componenten wijzigen en zo een onbalans creeren. Een voorbeeld is een mogelijke afname in de ijzerabsorptie wanneer specifieke calcium-supplementen worden ingenomen, waardoor personen met een marginale ijzerstatus een ijzerdeficientie ontwikkelen. Een ander willekeurig voorbeeld is dat, na een verhoogde chronische zink inname, een koperdeficientie ontstaat doordat zink het koper in enzymen vervangt.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
( 2000-07-28 )