English Abstract This report discusses the volatilization of pesticides
from the soil surface, from within the soil and from plants. Not only
during, but mainly also after, application of pesticides part of the applied
substance volatilizes. The rate of volatilization is different for each
substance and is in the first instance linked up with the vapour pressure of
the substance. Beside it factors like temperature, water solubility,
adsorption to soil or plant surfaces, soil moisture, air flow and the
concentration of the pesticide are important. A large amount of measured
volatilization data of pesticides are collected from literature and
presented in tables. Data obtained from field studies and from laboratory
studies are presented in different tables. Data for volatilization from
within the soil, from the soil surface and from the plant surface are also
split up in different tables. Literature data concerning models for
estimating the volatilization of pesticides are also collected. Many models
found are not useful because input parameters are not available. For
estimating the rate of volatilization from the soil surface the so called
"Dow-method" is proposed. Vapour pressure, water solubility and adsorption
to soil are the factors in this model that are supposed to influence the
volatilization substantially. As a first step to validate the "Dow-method"
some values calculated with this method are compared with measured values.
In general the agreement of these values was within a factor of 7. A useful
model to estimate the volatilization of pesticides incorporated in soil and
volatilization from plant surfaces could not be found. Finally an overview
of percentages volatilized substance, calculated with the "Dow-method" at 1
and 4 days after application, is given for a large number of
pesticides.
Rapport in het kort
Dit rapport bespreekt de vervluchtiging van
bestrijdingsmiddelen vanaf en vanuit de grond en vanaf de plant. Niet
alleen tijdens toepassing van bestrijdingsmiddelen, maar vooral ook daarna,
verdampt een deel van de toegediende stof. De mate van vervluchtiging
verschilt per stof en hangt in eerste instantie samen met de dampdruk van de
stof. Daarnaast spelen factoren als temperatuur, wateroplosbaarheid,
adsorptie aan grondoppervlak of plant, bodemvochtigheid, luchtstroom en de
concentratie van de stof een rol. Uit de literatuur is een groot aantal
gegevens verzameld omtrent gemeten hoeveelheden vervluchtiging van
bestrijdingsmiddelen per tijdseenheid. Deze gegevens zijn gepresenteerd in
tabellen. Gegevens van veldstudies en laboratoriumstudies zijn in
afzonderlijke tabellen gezet. Gegevens over vervluchtiging vanuit de grond,
vanaf het grondoppervlak en vanaf de plant zijn ook opgesplitst over
verschillende tabellen. Daarnaast zijn literatuurgegevens verzameld omtrent
modellen waarmee de mate van vervluchtiging van bestrijdingsmiddelen geschat
kan worden. Veel van de gevonden modellen zijn vanwege niet beschikbare
invoerparameters niet bruikbaar. Voor het schatten van de vervluchtiging
van bestrijdingsmiddelen vanaf het grondoppervlak wordt het gebruik van de
zgn. "Dow-methode" voorgesteld. Bij deze methode zijn dampdruk,
wateroplosbaarheid en adsorptie aan grond factoren die geacht worden de mate
van vervluchtiging daadwerkelijk te beinvloeden. Als eerste aanzet om de
"Dow-methode" te valideren zijn enkele hiermee berekende waarden vergeleken
met gemeten waarden. Over het algemeen bleek de overeenkomst tussen deze
waarden binnen een factor 7 te blijven. Voor de vervluchtiging van in de
grond ingewerkte bestrijdingsmiddelen en voor de vervluchtiging vanaf
planten werd geen bruikbaar model gevonden. Tenslotte wordt voor een groot
aantal bestrijdingsmiddelen een overzicht gegeven van de met de
"Dow-methode" berekende percentages vervluchtigde stof, 1 en 4 dagen na
toepassing.