|   print

Inter-laboratory comparison filter weighing 2011
[ Inter-laboratorium vergelijking filterwegingen 2011 ]
 
Panteliades P, Hafkenscheid TL

29 p in English   2011

RIVM rapport 680708013
download pdf (382Kb)  
Alleen digitaal verschenen  

Toon Nederlands

English Abstract
Reference measurements of particulate matter (PM) in ambient air are performed by sampling a known volume of air through a filter for 24 hours. By measuring the mass difference of the filter before and after sampling the concentration of particulate matter may be determined. For this purpose filters are weighed at least twice under strict conditions of temperature and relative humidity, as prescribed in European Standards EN 12341 and EN 14907.
In order to investigate whether application of this procedure - when applied by different laboratories - leads to comparable results, an inter-laboratory comparison has been conducted. For this purpose one pilot laboratory has sent sets of 12 filters typically used for low-volume sampling (8 loaded, 4 blanks) to other participating laboratories. After having been weighed by participants the filters have been reweighed by the pilot laboratory. In addition, the weighing conditions in participants' weighing rooms have been monitored using portable temperature/humidity meters. The monitoring results indicate that none of the laboratories has problems in meeting the requirements for weighing conditions given in EN 12341 and EN 14907.
Evaluation of the results of the comparison shows that - when average results of the pilot laboratory are used as reference values and En scores are calculated using estimated weighing uncertainties - all results but one correspond with the reference values.
From the results the inter-laboratory (reproducibility) uncertainty of the weighing results has been calculated and has been found to be 0,078 mg for a confidence level of 95 % for all filters. This corresponds to a relative uncertainty of 2,8% at the level of daily limit value for PM10.

 

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl

Display English

Rapport in het kort
Referentie-metingen van fijnstof (PM) in buitenlucht vinden plaats door gedurende 24 uur een bekend volume lucht door een filter te zuigen. Door bepaling van het verschil in de massa van het filter voor en na dit proces kan de concentratie fijnstof worden berekend. Het filter wordt hiertoe minimaal tweemaal gewogen onder nauwkeurig bepaalde omgevingscondities (temperatuur, relatieve luchtvochtigheid). Een en ander is vastgelegd in de Europese normen EN 12341 en EN 14907.
Om te onderzoeken in hoeverre deze procedure bij verschillende meetinstanties tot vergelijkbare resultaten leidt, is een vergelijkend onderzoek verricht. Hierbij zijn door één laboratorium 12 verschillende filters zoals gebruikt bij "low-volume sampling" (8 beladen, 4 blancos) toegezonden aan andere deelnemers aan het onderzoek. Na weging door deelnemers zijn de filters door het eerste laboratorium opnieuw gewogen. Tevens zijn gedurende de wegingen de omgevingscondities in de weegruimtes gevolgd m.b.v. draagbare temperatuur/vochtigheidsmeters. Hieruit blijkt dat geen van de laboratoria problemen heeft om de eisen voor weegcondities gegeven in EN 12341 en EN 14907 te halen.
Evaluatie van de resultaten van het onderzoek toont aan dat - wanneer de gemiddelde weegresultaten van eerste meetinstantie als referentiewaarden worden genomen, en En-scores worden berekend aan de hand van geschatte meetonzekerheden - op één na alle resultaten overeenkomen met de referentiewaarden bij een betrouwbaarheid van 95 %.
Uit de resultaten kan tevens de inter-laboratorium onzekerheid voor filterwegingen worden bepaald. Deze bedraagt 0,078 mg bij een betrouwbaarheid van 95 %. Dit komt overeen met een relatieve onzekerheid van 2,8% bij een massa overeenkomend met de daggemiddelde grenswaarde voor PM10.

 

RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM GGD Amsterdam Afdeling Luchtkwaliteit
( 2011-12-19 )