English Abstract The merits of the quasi-three-dimensional RIVM
groundwater model, LGM (version 2) were evaluated for the calculation of
pathlines, travel times and solute breakthrough curves at abstraction wells.
The evaluation was necessary for the planned application of this model in
the framework of the infrastructure planning for industrial and
drinking-water supply. LGM is a numerical model (based on the
finite-element method), comprising complex geohydrological system
components. LGM uses spatially variable (heterogeneous) data for four
aquifers covering the entire surface area of the Netherlands. The
evaluation was done for both synthetic homogeneous and realistic
heterogeneous field conditions. For numerical verification of LGM, use is
made of the analytical solution-based computer program FLOPZ1, for
homogeneous geohydrological conditions. One of the conclusions is that a
full-feature numerical spatially-distributed modelling approach, such as
implemented in LGM, serves as a prerequisite for an adequate assessment of
pathlines, travel times and concentration breakthrough curves. The report
emphasises the evaluation of LGM for phreatic abstractions. However,
recommendations are also given for LGM's applicability to other types of
groundwater abstractions. Attention has also been given to guidelines for
selecting an adequate spatial resolution of the finite-element
grid.
Rapport in het kort
Versie 2 van het quasi-driedimensionale RIVM
grondwatermodel LGM, voor de berekening van stroombanen, verblijftijden en
concentratie-doorbraakkrommen op pompstations is beschreven. De evaluatie
was nodig voor de aankomende toepassing van het model in het kader van de
infrastructuurplanning voor de drink-en industriewatervoorziening. Het LGM
is een numeriek model (gebaseerd op de eindige elementenmethode), dat
complexe geohydrologische systeem-componenten bevat. Het maakt gebruik van
ruimtelijk variabele (heterogene) gegevens voor vier watervoerende pakketten
voor het gehele gebied van Nederland. Voor de numerieke evaluatie van het
LGM is gebruik gemaakt van het analytische rekenprogramma FLOPZ1, voor
homogene veldcondities. Een van de conclusies van de studie is dat een
modelbenadering door middel van een complex numeriek ruimtelijk-variabel
model, zoals het LGM, een voorwaarde is om stroombanen, verblijftijden en
concentratie-doorbraakkrommen op adequate wijze te bepalen. De nadruk ligt
op de evaluatie van het LGM voor freatische grondwaterwinningen. Er zijn
echter ook aanbevelingen gedaan met betrekking tot toepasbaarheid van het
LGM voor andere typen van grondwateronttrekkingen. Verder is aandacht
gegeven aan richtlijnen voor de selectie van een adequate ruimtelijke
resolutie van het eindige elementengrid.