English Abstract In most regions in the Netherlands where a regionally
oriented policy has been introduced, this policy is still in the
implementation stage and has, so far, hardly been monitored. The insight
into the effect of a particular measure on environmental quality is little.
Neither is it possible to relate measured environmental quality to single
measures taken. Relationships need to be established to obtain insight into
the cost-effectiveness of environmental measures. In this study, to develop
a method for the quantitative evaluation of regionally oriented
environmental policy using two regions to which this policy has been
applied, relatively straightforward estimations and calculations were made
of emission reductions resulting from measures taken. Geostatistical
analyses were applied to two sampling grids, one designed for a whole
province and the other for a specific region. Although the calculations and
the geostatistical analyses provided insight into the way monitoring data
can be used, the results of the calculations and the geostatistical analyses
were not directly comparable. Applying simple models might provide a
solution to this problem. Models that are well calibrated and validated for
specific regions can be used to calculate the effects of a single measure on
environmental quality. If reliable results are achieved, modelling can
replace part of the monitoring on quality. However, it will always be
necessary to check the results periodically.
Rapport in het kort
In dit onderzoek is een aanzet gegeven tot de
ontwikkeling van een methode voor een kwantitatieve evaluatie van
gebiedsgericht milieubeleid. De voorgestelde methode is gericht op de
ontwikkeling van een adequate prestatiemonitoring. De effecten van de te
monitoren maatregelen worden met behulp van eenvoudige rekenregels en
modellen worden vertaald in effecten op de milieudruk en de milieu- en
natuurkwaliteit. Het gebiedsgerichte beleid bevindt zich in een groot
aantal gebieden inmiddels in het uitvoeringsstadium. De monitoring van het
beleid is echter nog nauwelijks op gang gekomen. Dit geldt zowel voor de
prestatiemonitoring, als voor de kwaliteitsmonitoring. Er bestaat weinig
inzicht in de relatie tussen de maatregelen en het effect op de
milieukwaliteit. Aan de andere kant is uit de kwaliteitsmonitoring geen
eenduidige terugkoppeling naar de maatregelen te maken. Om inzicht te
krijgen in het milieurendement en de kosteneffectiviteit is het wenselijk
deze relaties te leggen. Voor twee ROM-gebieden zijn eenvoudige schattingen
of berekeningen van de emissiereducties als gevolg van de maatregelen
gemaakt. Aan de hand van kwaliteitsmonitoringsgegevens is bekeken welke
informatie er uit de meetnetten gehaald kan worden. Hierbij wordt echter
nog steeds geen inzicht verkregen in de direkte relatie tussen de
maatregelen en de milieukwaliteit. Het resultaat van de
prestatiemonitoring, emissiereducties, en het resultaat van de
kwaliteitsmonitoring, concentraties, zijn niet met elkaar te vergelijken.
Het gebruik van eenvoudige modellen kan hiervoor een oplossing bieden. Door
modellen in te zetten die voor de gebieden gekalibreerd en gevalideerd zijn,
kunnen de afzonderlijke maatregelen doorgerekend worden naar hun effect op
de milieukwaliteit. Wanneer de modeluitkomsten voldoende betrouwbaar zijn
kan een deel van de kwaliteitsmonitoring vervangen worden door modellering
van de resultaten. Het regelmatig controleren van de modeluitkomsten blijft
wel noodzakelijk.