English Abstract Travel times of groundwater in the soil are necessary
for describing and explaining data on groundwater pollution as needed for
environmental surveys. Tritium (3H) concentrations in groundwater samples
derived from provincial groundwater monitoring systems (PMG) in the
Netherlands were made available by the provinces of Drenthe, Gelderland,
Zuid-Holland and Noord-Brabant. Preceding results from the national
monitoring system were summarised. The PMG samples came from 187 wells in
regions with a sandy soil, where 332 screens were placed. The shallowest
screens were at a depth of less than 10 m and the deepest ones of roughly 25
m below land surface. Elaboration yielded values for travel times in the
soil and recharge by precipitation of the sampled groundwater. No
determination was possible in 45 out of the 332 samples, where
concentrations were below the detection limit. The investigation showed
that groundwater sampled from PMG had predominantly been recharged near the
observed wells (within a radius of some kilometres). Excess precipitation
is discharged by surficial runoff components in certain areas, thus reducing
the water available for groundwater recharge. Surficial recharge is caused
by specific factors, the main reason being the presence of low permeability
layers in the topsoil. Additionally, the elaboration of PMG data showed
that also areas having a subsurface of low transmissivity, or the presence
of Holocene clay layers in the coastal zone, might influence the occurrence
of surficial runoff. The areas concerned are relatively small and their
situation is well known, so that the general representation of groundwater
recharge and travel times in sandy regions given before does not need
revisions.
Rapport in het kort
De reistijden van het grondwater in de bodem (in jaren)
zijn onmisbaar bij het verklaren van verontreinigingen in het grondwater
voor milieukundige overzichten. Gegevens over de concentraties aan tritium
(3H) in monsters water uit 332 filters van 187 putten van provinciale
meetnetten grondwaterkwaliteit (PMG) in Drenthe, Gelderland, Zuid-Holland en
Brabant zijn gebruikt voor bepalingen van reistijden in de bodem en de
aanvulling van het grondwater in de zandgebieden. Eerdere resultaten uit
het landelijk meetnet zijn nogmaals samengevat. De filters van PMG liggen
op een diepte van minder dan 10 tot ongeveer 25 m onder maaiveld. De
tritiumconcentraties leverden waarden op voor de reistijden in de bodem en
de aanvulling door de neerslag van het bemonsterde grondwater. In 45
monsters was de 3H concentratie lager dan de detectiegrens. In bepaalde
gebieden komt oppervlakkige afvoer van de neerslag voor, zodat de aanvulling
van het grondwater kleiner is dan het neerslagoverschot. De belangrijkste
oorzaak is het voorkomen van slecht doorlatende lagen in de ondiepe bodem.
De analyse van de PMG gegevens toont echter aan dat nog andere factoren een
rol kunnen spelen zoals het geringe doorlaatvermogen van de ondergrond in
Oost-Gelderland en in delen van De Peel en het voorkomen van Holocene
kleilagen in het kustgebied. Het betreft relatief kleine gebieden, zodat de
eerder gegeven beelden van de reistijden en de aanvulling van het grondwater
gebaseerd op het landelijk meetnet in het algemeen geldig
blijven.