English Abstract The objective of the National Soil Quality Monitoring
Network (LMB) is to describe and explain current (chemical) soil quality and
quality changes in time. The LMB consists of 10 soil categories, each
representing a different combination of land use and soil type. In each
category, samples from topsoil, subsoil and the upper groundwater are taken
on 20 different locations spread across the country. Sampling is repeated
every six years. Chemical analysis of the samples is focused on heavy
metals, Polycylic Aromatic Hydrocarbons (PAH) and pesticides. The first LMB
sampling round was conducted between 1993 and 1997, while the second
(1999-2003) is now in progress. The results of the first round are
documented here. Heavy metal and PAH levels were found to be generally low
compared to Dutch soil quality target values for these compounds, while
pesticide levels were high. Most of the diffuse soil pollution in the
Netherlands is caused by historical (no longer present) pollution sources
such as the metal industry in the southern part of the Netherlands or
traffic in pre-katalysator times. Nowadays, agriculture is the main source
of diffuse soil pollution. Accumulation of heavy metals in agricultural
soils is widespread. Increasing exceedance of soil quality target values
and crop quality standards is expected in the future.
Rapport in het kort
Het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit (LMB) heeft als
doelstelling het beschrijven en verklaren van de huidige bodemkwaliteit en
veranderingen daarvan in het landelijk gebied van Nederland onder invloed
van diffuse belasting. De eerste meetronde is in 1993 gestart en beeindigd
in 1997. De tweede meetronde vindt van 1999 t/m 2003 plaats. In dit
rapport worden de resultaten van de eerste meetronde samengevat. Het blijkt
dat voor zware metalen en PAK in de bodem van het landelijk gebied relatief
weinig streefwaardeoverschrijdingen voorkomen. De gehalten aan (inmiddels
verboden) persistente bestrijdingsmiddelen als DDT, HCH en drins in de bodem
zijn nog op grote schaal fors hoger dan de streefwaarde. In het bovenste
grondwater wordt de streefwaarde voor zware metalen vaak overschreden.
Onder bos op zand in Zuid-Nederland wordt soms de interventiewaarde voor
zware metalen in het grondwater overschreden. De bronnen van de gevonden
streefwaardeoverschrijdingen liggen voor een belangrijk deel in het
verleden: de zinkindustrie in Zuid-Nederland, de toemaakdekken in het
veenweidegebied, de overstromingen van rivierkleigronden, de looddepositie
door verkeer en de bemesting in de landbouw. Anno 2000 speelt van deze
historische bronnen alleen de landbouw nog een grote rol. In de meeste
landbouwgronden treedt momenteel accumulatie van zink, lood, koper en
cadmium op, vooral door bemesting. Op een termijn van enkele tot tientallen
jaren zal vooral bij koper en cadmium het oppervlak met overschrijding van
de streefwaarde toenemen. Op kleine schaal hebben de huidige gehalten aan
zware metalen in landbouwbodems tot gevolg dat gewaskwaliteitsnormen
overschreden kunnen worden. In de komende decennia zal, als gevolg van de
voortgaande accumulatie, het oppervlak met overschrijding van
gewaskwaliteitsnormen verder toenemen. In sommige akkerbouw-percelen liggen
de gehalten aan lindaan, DDT en drins momenteel nog boven de
LAC-signaalwaarde. Omdat deze middelen niet meer gebruikt worden, zullen de
gehalten in de bodem (langzaam) dalen.