English Abstract The development of three vegetation models has been
going on in the Netherlands for several years. Two models, DEMNAT for
desiccation, and SMART/MOVE for desiccation, acidification and
eutrophication, are being developed on the national scale. The third model,
GREINS, for desiccation, acidification and eutrophication, as well as nature
management and succession, will be developed on a more regional scale. This
last aspect has meant more-or-less different objectives for and scales in
these models. In this study these three models have been analysed and
compared to achieve more efficiency and consistency in research and policy.
Although integration is not possible at the moment, cooperation at the level
of separate submodels, maps and dose-response relationships has been
proposed.
Rapport in het kort
Al enkele jaren zijn er verschillende vegetatiemodellen
in ontwikkeling ter ondersteuning van het nationale milieu-, water- en
natuurbeleid, nl. DEMNAT, SMART/MOVE en GREINS. DEMNAT is vooral sterk in
de verdrogingsproblematiek, MOVE in de combinatie van verdroging, verzuring,
en vermesting. GREINS is weliswaar een regionaal model maar combineert wel
al deze stressfactoren met de factoren beheer en successie. Vooralsnog is
integratie van de modellen niet mogelijk. Bij een vergelijkende analyse van
de modellen konden wel een aantal modules/bouwstenen onderscheiden worden
die in meerdere modelconstellaties bruikbaar zouden zijn, zoals de
grondwater-trapkaarten de ecologische responsies van soorten. Voor enkele
prioritaire bouwstenen is een gemeenschappelijk actieprogramma opgesteld.
Dit betrof o.a. een digitale kaart van natuurgebieden, kaarten voor
kwelflux en -kwaliteit, koppeling van het hydrologisch model MOZART met het
bodemmodel SMART2, de ecologische optima-curves van plantesoorten en een
vergelijking tussen modellen op onderdelen en op
einduitkomsten.