English Abstract Watercourses have to be dredged once every 5 to 20
years to ensure suffcient depths for water inflow and outflow. Most of the
resulting sediment is deposited on the adjacent land where polluting
substances contribute to the emissions to the underlying soils. High level
of PAHs (10 from VROM) in the sediment usually exceeds the sediment quality
standard, putting the level of contamination in the watercourse mostly in
class 2. From the survey on sediment quality in the area of the
Hoogheemraadschap U.S.H.N. in Noord-Holland, regional differences in the
quality of the sediment were observed. These differences could not be
explained with local emissions. The sediment quality is a result of a
combination of diffuse emissions. In this study, WABOGIS, the sediment
quality was analysed with a geographical information system (GIS) to explain
the differences in diffuse emissions. For all the local watercourses, the
diffuse emissions from traffic, storm-water overflow or urbanisation are
determined using geographical maps. Watercourses not influenced by these
emissions are determined as delivering background pollution due to
atmospheric deposition and surface runoff from surrounding soil. For
background polluted locations with a sandy or clay soil, the sediment class
is mostly 0 or 2, while peat soils lead to a class 2 sediment. Where there
is an additional load, the greatest effect is seen in sandy soils.
Locations where the combination of additional emissions determine the
sediment quality mostly have a class 2 or 3 sediment.
Rapport in het kort
De watergangen in het landelijke gebied worden eens in
de 5 tot 20 jaar gebaggerd om voldoende diepgang te krijgen en om de aan- en
afvoer van water te waarborgen. De vrijkomende baggerspecie wordt
grotendeels op het land verspreid, waardoor verontreinigingen kunnen
bijdragen aan de diffuse belasting van de landbodem. De Polycyclische
Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) zijn meestal de klassebepalende
verontreiniging, waardoor een groot deel van de watergangen op basis van PAK
ingedeeld worden in klasse 2. Bij de analyses van waterbodems met behulp
van het Geografisch Informatie Systeem (GIS) is voor elk meetpunt
vastgesteld wat de mate van beinvloeding was door verkeer, stedelijke
bebouwing en rioolwateroverstorten. De analyse van de ruimtelijke spreiding
van PAK in waterbodems in het Hollands Noorderkwartier toont aan dat WABOGIS
een bruikbaar instrument is om meer inzicht te verkrijgen in de invloed van
diffuse bronnen op de kwaliteit van waterbodems. Uit de ruimtelijke
verspreiding kan afgeleid worden wat de kans is op een bepaalde
waterbodemkwaliteit aan de hand van omgevingsfactoren, zoals de
samenstelling van de naburige landbodem of de aanwezigheid van bebouwing of
overstorten. Bij zand- en kleibodems heeft de waterbodem in de
achtergrondbelaste situatie klasse 0 of 2, terwijl veenbodems meestal klasse
2 is. Bij een additionele belasting is het effect bij een zandbodem het
grootst. Locaties in de buurt van overstorten en stedelijke gebieden hebben
duidelijker hogere PAK gehaltes dan "niet-achtergrond belaste" locaties.
Vooral in gevallen, waar een combinatie van belastingen de
waterbodemkwaliteit bepaald heeft, is er een grotere kans op klasse 3
waterbodems. De kennis van de ligging van overstorten was en is nog steeds
beperkt, er kon geen rekening gehouden worden met het al dan niet voorkomen
van gecreosoteerde beschoeiingen of de inlaat van gebiedsvreemd water. De
koppeling van de dataset van de waterbodems in het Hollands Noorderkwartier
en de landelijke gegevens van het RIVM laten zien dat er veel voordelen te
behalen zijn aan een wederzijds aanpassen van de geografische
informatiebestanden.