English Abstract This report presents the validation method developed
for results of NH4+, Cl-, NO3- and SO42- aerosols sampled by means of Low
Volume Sampling (LVS) filters. These filters sample continuously for 24
hours and are replaced daily ; such LVS systems are located at 7 stations
in the National Air Quality Monitoring Network (LML). Validation is based
on the volume of air passing the filter and analyses of blank and loaded
filters. Furthermore the so-called ion balance ( i.c. the sum of all
positive and negative ion concentrations should equal zero) is used for
validation. The flow rate through the filters is kept constant using a
critical orifice (c.o.), while the volume is measured using a dry gas
meter. Critical values for weekly accumulated gasmeter readings were
derived from the c.o. characteristics and determined at -4% and +5% of the
nominal value. The ions to be analyzed may already be present in the
unloaded filter material. A method is described to correct for these
blanks, taking into account errors which are introduced due to contamination
of filters during the logistic procedures in the field. Contamination is
detected by analyzing temporal and spatial behaviour of the data. Critical
values for the ion balance [N4+]-([NO3-]+2x[SO42-]) are derived, taking into
account 2s of the normal distribution, temporal behaviour at the same
measurement location as well as spatial behaviour (comparison with other
stations).
Rapport in het kort
In dit rapport wordt de validatiemethode gepresenteerd
van de resultaten van de analyses van filters die met de Low Volume Sampling
(LVS) methode bemonsterd worden. Het op de filters verzamelde stof wordt
geanalyseerd op de aan aerosolen gebonden verzurende componenten ammonium,
chloride, nitraat en sulfaat. In het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML)
vindt momenteel (1995) op een zevental plaatsen deze bemonstering plaats.
Voor een goede beoordeling van de analyseresultaten zijn achtereenvolgens de
doorgezogen luchtvolumina, de analyseresultaten van de blanco filters en de
analyseresultaten van de bezogen filters onderzocht. Voor het ontwikkelen
van de validatiemethode en de daarin gehanteerde criteria zijn de resultaten
van 1993 en 1994 gebruikt. Het door het filter gezogen luchtvolume wordt
constant gehouden door een kritische opening en geregistreerd door een
gasmeter. In 1993/1994 was het geregistreerde volume, afhankelijk van de
locatie, tot 4,8% lager dan op grond van het nominale debiet van de
kritische opening verwacht mag worden. Vermoedelijke oorzaak is het niet
gekalibreerd zijn van gasmeter en kritische opening. Het debiet van de
kritische opening is temperatuur en luchtdruk afhankelijk. Aan de hand van
'worst case' waarden voor deze twee parameters zijn grenzen van -4% tot +5%
t.o.v. het nominale debiet vastgesteld waaraan het per week geregistreerde
volume moet voldoen. Het gebruikte filtermateriaal bevat 'van nature' de te
analyseren componenten. Voor correctie van de resultaten van de bezogen
filters wordt daarom gebruik gemaakt van analyseresultaten van z.g. blanco
filters. Voor de beoordeling van de resultaten van de blanco's vindt eerst
detectie van extreme waarden plaats. Vervolgens wordt zowel in de tijd als
ruimtelijk getoetst of de bijbehorende bezogen filters ook uitzonderlijk
zijn. Bij een positief resultaat worden de bezogen filters gecorrigeerd met
de 'uitbijter' blanco. In het andere geval wordt de uitbijter niet gebruikt
voor de blancocorrectie. Bij de beoordeling van de voor blanco
gecorrigeerde resultaten van de bezogen filters, wordt gebruik gemaakt van
de z.g. ionenbalans. Als toetsingsgrootheid is deze gedefinieerd als
[NH4+]-([NO3-]+2x[SO42-]). Van 1993/1994 was het gemiddelde en de
standaardafwijking van alle stations resp. -0,039 en 0,048 mumol. Voor de
beoordeling van de analyseresultaten van de individuele monsters wordt eerst
op een onder- en bovengrens van het gemiddelde +- 2 x de standaardafwijking
getoetst. Valt de waarde hier buiten, dan wordt de ligging in de tijdreeks
onderzocht. Is ook hier sprake van een uitzonderlijke waarde, dan wordt nog
een vergelijking gemaakt met een ander station. Pas na deze laatste toets
wordt eventueel besloten de analyseresultaten van het betreffend monster af
te keuren.