English Abstract The Dutch National Air Quality Monitoring Network (LML
in Dutch) is one of the responsibilities of the Air Research Laboratory of
the National Institute of Public Health and the Environment. The main
objectives of the LML are to monitor ambient air quality, facilitate
implementation of air quality standards, alert authorities and the public to
pollution episodes, support validation of model results, support diagnosis
using model simulation, support short-term model prognosis and assist in
quantifying atmospheric deposition. Some of the information on the
monitoring network consists of a periodically published report providing
overviews of the monitoring stations per chemical component and maps showing
station locations. Brief descriptions are given of the set-up of the
network and measurement methods. Information on the development of
monitoring sites per component since the LML was started in 1973;
participation in international monitoring programmes is also included in the
report. The monitoring programme is determined at periodic intervals in
consultation with the Air Directorate of the Ministry of Housing, Spatial
Planning and the Environment. The program for 2000 includes monitoring the
gaseous components: carbon monoxide, ozone, nitrogen oxides, sulphur
dioxide, ammonia, Volatile Organic Components, Very Volatile Organic
Components, carbon dioxide, methane and fluorides. Further elements in the
programme are formed by particulate matter like PM10, Black Smoke,
acidifying components (ammonium, chloride, nitrate, sulphate) heavy metals
(arsenic, cadmium, lead and zinc) and the chemical composition of
precipitation (acidifying components, heavy metals, mercury and
lindane).
Rapport in het kort
Het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) valt onder
de verantwoordelijkheid van het Laboratorium voor Luchtonderzoek (LLO) van
het RIVM. De belangrijkste doelstellingen van het LML zijn het monitoren
van de luchtkwaliteit, het waarschuwen van autoriteiten en het publiek in
het geval van luchtverontreinigings episodes, validatie van modelresultaten,
ondersteuning van modelberekeningen en het kwantificeren van atmosferische
deposities. Als onderdeel van de informatie over het LML wordt periodiek
een rapport gepubliceerd waarin overzichten worden gegeven van de
meetstations per gemeten component met kaartjes waarop de ligging van die
stations is aangegeven. Tevens wordt de configuratie van het LML beschreven
(meetstations en meetopstellingen) alsmede de ontwikkeling van de monitoring
activiteiten vanaf het begin van het meetnet in 1973 en de participatie in
internationele meetprogramma's. Het meetprogramma wordt jaarlijks door het
LLO in overleg met de opdrachtgever, de Directie Klimaatverandering en
Industrie van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, vastgesteld. Het meetprogramma voor 2000 betreft de
gasvormige componenten koolmonoxide, ozon, stikstofoxiden, zwaveldioxide,
ammoniak, Vluchtige Organische Componenten, Zeer Vluchtige Organische
Componenten, kooldioxide, methaan en fluoriden. Verder omvat het
meetprogramma stofvormige luchtverontreiniging zoals fijnstof (PM10), zwarte
rook, verzurende stoffen (ammonium, chloride, sulfaat en nitraat) en metalen
(arseen, cadmium, lood en zink) alsmede de chemische samenstelling van
neerslag (verzurende stoffen, metalen, kwik en persistente organische
componenten).