Vonk AW ,
Jaarsveld JA van ,
Bleeker A ,
Putten EM van
63 p
in Dutch
2000
Toon Nederlands
English Abstract In the framework of the LIFE II project, financed by
the European Commission DG XI, fluxes of NH3, SO2 and NOx were measured from
July 1996 to November 1998. The interpretation of the flux measurements at
the Speulder forest should lead to a) primary wet and dry deposition fluxes
of the measured components and b) yearly averaged fluxes. These fluxes
should serve as a reference method for newly designed monitoring systems
that can be applied on many locations for a reasonable price. Furthermore
the deposition characteristics at one of the three core-sites: Speuld for
the RIVM should be determined and the measured fluxes should be used for
improvement and further evaluation of the deposition models. The gradient
measurements were subjected to a selection to comply with the conditions of
the flux gradient method and to be able to determine fluxes accurately.
Each year, less valid hours remain, caused by a decrease in concentrations
(SO2) and increasing instrumental failure (NH3). The dry deposition flux of
NH3 was extremely high in 1997 (2729 mol/ha/yr), probably caused by extremes
in the measurements. The new dry deposition velocity parameterisations of
NH3 (by TNO) is capable of producing emission fluxes during periods of low
ambient NH3 concentrations, through the incorporation of the compensation
point. It can be seen that this parameterisation is better, although
negative measured fluxes (emission fluxes) are still not reproduced very
well. The quality of the measurements was not high enough to extract new
parameterisations or to validate older concepts like co-deposition or even
enhanced deposition at wet leaf surfaces.
Rapport in het kort
In het kader van het LIFE II project gefinancierd door
de Europeesche Commissie DG XI, zijn vanaf de zomer van 1996 tot en met 1998
de fluxen gemeten van NH3, SO2 en NOx. Deze fluxen dienden als referentie
voor te ontwikkelen goedkope meetmethoden, die geschikt zijn om een
uitgebreid Europees monitoring netwerk mee uit te rusten. Verder werden de
gemeten fluxen gebruikt voor het verbeteren van parameterisaties die de
fluxen van deze componenten beschrijven. De flux metingen zijn onderworpen
aan een selectie om aan de eisen van de flux-gradient theorie te voldoen en
om nauwkeurige gradienten te kunnen bepalen. Elk jaar blijven er minder
data over door dalende SO2 concentraties en steeds meer apparaat-uitval
(NH3). De droge depositieflux van NH3 was erg hoog in 1997 (2729
mol/ha/jr), waarschijnlijk veroorzaakt door extremen in metingen. De nieuwe
parameterisatie van de droge depositiesnelheid voor NH3 is uitgebreid met
een compensatiepunt, zodat ook emissiefluxen berekend kunnen worden
gedurende perioden met lage achtergrondconcentraties. De parameterisatie is
verbeterd, maar emissiefluxen worden nogsteeds niet goed gerepresenteerd.
De kwaliteit van de metingen is niet goed genoeg om nieuwe parameterisaties
mee af te leiden, of oudere concepten zoals co-depositie en verhoogde
depositie bij nat blad oppervlak te valideren.